20 jaar geleden schreef ik in jaargang 17 (1993) als redactielid met Guus van Gelder mijn eerste artikel in ons Jaarboekje over de watermolens. In september 2013 werd op de Molenweg t/o no. 25 een begin gemaakt met opruiming van vervuilde grond. Op 4 oktober melde de firma Koper aan Michiel Bartels (afd. Archeologie te Hoorn) de vondst van twee grote brokken puin met wat hout bij de werkzaamheden, vergezeld van enkele foto’s. Dit bleken de restanten te zijn van de voorlaatste watermolen (was van oorsprong de 4o van de 5 molens. Zie bijgaande twee foto’s. Tevens waren op vier plaatsen palen voor onder de fundering zichtbaar waarvan er twee langs de slootkant achtergebleven zijn. De bewoner hier tegenover heeft een stuk van minstens 5 meter gezien dat gesplitst werd. Het is jammer dat eerst alles niet blootgelegd is, maar aan de 10 foto’s van de brokken wordt de omvang wel duidelijk. 

Maar wie zijn schuld is het dat de resten niet opgeruimd zijn? Ik heb namelijk een brief van Polder het Grootslag: No.9. 28 April 1909 – Onderwerp verkoop van één molen te Andijk. 

Aan den Heer D. Dol Jnz te Andijk. Wij hebben de eer U te berichten, dat de koop van den molen te Andijk, thans nog bewoond door T de Haas en waarnaar door U is ingeschreven voor eene som van f. 441. Bij ons besluit van 13 April j.l., aan U is toegewezen. [iets verder in de brief] De verwijdering van de op het molenterrein te Andijk nog aanwezige overblijfselen, van den molen door U een vorige maal gekocht, in welke verwijdering of wegruiming reeds moest zijn geschied, zal als- nog ten spoedigste, in ieder geval vóór 15 Mei a.s. moeten plaatshebben. [getekend door] D Kooiman Rz, Voorzitter en Jb. de Jong, Secretaris. Het is aannemelijk dat het deze molen was, dus Dol heeft zich dan heel wat werk bespaard. Ik heb de koop van de betreffende molen niet in het archief van de Molenmeesters terug kunnen vinden. De restanten zijn op 4 oktober afgevoerd door de fa. Koper.