Turfsteken

auteur: Joost Doef
bron: jaarboek 2016, internet en Jaap Prins (Canada)  als toen aanwezige

Turf (en meer kostbare inhoud) in de laad

ALGEMEEN 

Vroeger werd in Andijk nogal “turf  gestoken”. Turf is gedroogd veen.  De grote blokken turf werden uit  een bepaalde laag in de grond  op regelmatige grootte gestoken.  Op deze hoogte bevond zich dan  de laag die niet bestond uit klei,  zavel of teelaarde, maar veen. Veen is  een grondsoort ontstaan uit vergane  plantenresten. Vanaf de Middeleeuwen werd veen in de vorm van turf op  grote schaal als brandstof toe gepast. Niet alleen voor huisgebruik,  maar ook door de ambachtslieden  en bij industriële activiteiten. In de  moerassige veengebieden in Oost Nederland hadden afgestorven  planten na honderden jaren een  metersdikke veenlaag gevormd die  men kon wegsteken of weg kon  baggeren, en vervolgens te drogen  leggen op z.g. legakkers. De turf  werd daarna met platbodemschepen, deels langs speciaal aangelegde  kanalen, naar de gebruikers gevaren. Turf afkomstig uit hoogveen was in het algemeen van betere kwaliteit dan  turf uit laagveen.

NOORDWEST- EN WEST-NEDERLAND

In Holland, Vlaanderen en sommige  andere delen van Europa was turf  tot de komst van de steenkool in de  19e eeuw de belangrijkste brandstof.  Omdat de groeiende steden grote  behoefte hadden aan deze brand stof werd het veen in West-Nederland  op grote schaal van onder de water spiegel weggebaggerd. Op deze  manier zijn veel grote plassen  ontstaan, bijvoorbeeld de Nieuw koopse Plassen en de Vinkeveense  Plassen. Het Haarlemmermeer kon  mede door de turfwinning aan de oevers uitgroeien tot het grootste  meer in Holland. Vele plassen zijn  later ingepolderd om het verlies aan  land binnen de perken te houden.  Andere plassen uit die tijd zijn echter  nog aanwezig en zijn nu recreatiegebied of natuurreservaat. In Andijk  was er met name in de tweede wereld oorlog een tekort aan brandstof. Men  ging toen over tot het steken van  turf. Omdat er weinig wegen waren  in Andijk, werd alles met de schuit  vervoerd.  

Deze foto is genomen op 6 juni 1943,  iets bezuiden HONK. Het veen was  bestemd voor vader Piet Doef, (die  pas getrouwd was met moeder Alie), en zijn zwager Joost Prins die weldra  zou gaan trouwen met Griet Zee.  Op de achtergrond de Kleingouw. Op  de wal zitten Piet Prins en zijn zuster  Dien Prins. De staande persoon in  de achterste “laad” is Jaap Prins. De  grote “laden” huurden ze van Klaas  op ’t Land. Liggend in de voorste  Joost Prins en Kobus Keersemaker uit Onderdijk. Achterin de motorschuit  vader Piet. In deze schuit stond een  gasgenerator (zie de rook!). En Aafje  of Anje Prins voorin. Meerdere keren  kocht men de blokken veen van Jan  Neefjes achter de Bangert (Andijk  west).  

DROGEN  

De grote stukken veen werden  dan op het land uit elkaar gelegd  en af en toe omgedraaid om te  drogen. De grote stukken werden later in kleinere gedeelten gestoken om  zodoende de meer handelbare turven  te verkrijgen die verbrand konden gaan worden. Voor in de “laad” liggen een mast en het zeil die ook regel matig gebruikt werden. De plaats  waar deze foto is genomen is waar schijnlijk aan de Toemersloot. Met  op de achtergrond het zicht op de  Kleingouw. 

Het drogen van turf