Oproer in Andijk in de jare 1872

auteur: C. Visser
bron: jaarboek 1985

Het Nutsdepartement Andijk/Wervershoof is opgericht in 1835. Het bestaat in naam nog steeds. “Het Nut”, zoals het bij afkorting werd genoemd, is indertijd opgericht om het volk te verheffen. Dat klinkt nu neerbuigend in onze oren maar dat moeten wij toch anders zien. De levensomstandigheden van de arbeidersklasse waren in die jaren voor veel verbetering vatbaar. Bijvoorbeeld ten aanzien van onderwijs, gezondheidszorg, cultureel leven, enz. Het Nut heeft op deze terreinen in den lande en ook hier heel veel gedaan als onder andere het oprichten van naai-  en breischolen, van een spaar- en leenbank, bibliotheek, ziekenfonds. Vele verenigingen zijn met steun van het Nut opgericht.

Velen zullen zich nog de roep van Kaastra herinneren: “boekenruil”. Maar het moet ook gezegd dat het op vele plaatsen een elitair gezelschap was dat het bestuur van het Nut vormde: de dominee, de notaris, de dokter, de hoofdonderwijzer en nog wat rijke boeren. Bovendien werd er gestemd alvorens iemand als lid werd toegelaten. Het aantal leden was niet groot: in de jaren rond 1872 waren er 20 tot 25 leden.

Het is heel begrijpelijk dat hier de nodige kritiek op kwam, niet alleen bij de “mindere man”, maar ook bij de meer gegoeden waren er die niet tevreden waren met de bestaande verschillen onder de Andijker bevolking. Dat waren onder meer Jn. Groen en de molonaar-timmerman P. de Vries. Het waren sociaal bewogen mensen zouden wij nu zeggen. Voeg daarbij een briefje dat Jn. Dol namens het Nut had aangeplakt met een voor tweeërlei uitleg vatbare tekst, de bestaande onvrede onder velen, de grote verschillen tussen arm en rijk, dan is er maar weinig meer nodig om een uitbarsting te hebben.

Jn. Groen was een byzondere man; oudere Andijkers die hem nog gekend hebben, vertelden mij dit. Hij woonde aan het Singerspad in een boerderij. Hij was boer en kon leven zoals hij dacht dat het goed was. Hij was een goede kolver en kwam uit op wedstrijden in de regio.
P. de Vries was timmerman en aannemer onder andere van sluiswerken. In 1873 heeft hij een molen gekocht uit Wieringerwaard en deze bij de Krimper weer opgebouwd. Het was een watermolen, maar hij maakte er een meelmolen van om graan te malen voor de bakkers en voevoer voor de boeren. Hij was dus afhankelijk van zijn klanten en het is niet ondenkbaar dat deze affaire hem niet in dank is afgenomen door een deel van de Andijker bevolking. In 1877 heeft hij de molen moeten verkopen en is hij naar Renkum verhuisd.
In 1881 werd de molen gekocht door H. Tuytel uit Alblasserdam. In de volksmond was het de molen van Tuytel, maar eigenlijk was het de molen van De Vries.

De secretaris van het Nut was de hoofdonderwijzer K. Kooiman Azn. Hij werd in datzelfde jaar gehuldigd omdat hij 25 jaar onderwijzer was in Andijk en het was tevens 40 jaar geleden dat hij de bevoegdheid verkreeg. Zijn notulen muntten uit in mooie volzinnen, iets wat in die tijd op hoge prijs werd gesteld.

Hier volgt dan verder het verslag over het oproer in Andijk, zoals dit woordelijk in do notulen staat vermeld. Bedenk wel bij het lezen daarvan dat het toen werd geschreven, vele jaren vóór 1985.