Clubje van juffrouw Werner

auteur: IJ. Singer Jd.
bron: jaarboek 1986

Bij Hotel “De Roode Leeuw”, Schoorl (??)
Boven van links naar rechts:
Catrien Griffioen, Ma Peetoom, Juffrouw Werner, Alie Singer Jbd, Geertje Vriend.
Onder van links naar rechts:
Grietje Navest, Alie Kooijman, Nelie Langereis, Corrie Mantel, Jantje Dol, Annie Klinger, Marijt Visser.

bron: website Kistemaker, kroniek geschreven door juffrouw Werner

Op 8 mei 1985 kwamen van de Andijker jonge mensen, die zij in de jaren twintig nog waren, in Hoorn acht bij elkaar om jeugdherinneringen op te halen, uit de mooie tijd, die zij in die jaren met elkaar hadden beleefd. Dat was in het bijzonder als leden van het clubje O.C.A.. 

“Ontwikkelings Club Andijk”, onder leiding van juffrouw Werner. Het waren losse herinneringen, want er is zo goed als niets op schrift gesteld. Van de 16 clubleden, die wij toen hadden, zijn er nu in 1985 nog 9 overgebleven, die samen nog wat konden opstellen over dat verleden. Druk pratend kwam er nog aardig wat naar boven en de middag is dan ook heel plezierig verlopen. 

De oudere mensen van Andijk herinneren zich Juffrouw Werner nog wel. 

Zij werd in november 1922 benoemd tot onderwijzeres aan de lagere Westerschool met als hoofd van de school meester Swart, Marie W.C.Werner werd in 1868 als dochter van een opzichter bij de Genie in Den Helder geboren. Zij verhuisde later naar Doesburg, waar zij de opleiding tot onderwijzeres heeft gevolgd. Zij heeft vervolgens als zodanig twee jaar gewerkt aan de lagere school in Ellecom. In 1886 is zij getrouwd met Willem Mol, handelaar in effecten te Amsterdam. Zij kregen een zoon: Willem Jr., die zijn opleiding kreeg aan de Kweekschool voor de Zeevaart en hij werd in 1914 gemobiliseerd als Luitenant ter Zee, 3de klasse bij de Koninklijke Marine.

Voor die tijd was zijn moeder al gescheiden, en alimentatie weigerend, werkte zij bij de gaskousenfabriek van de firma Aver. Daarna werd zij onder-directrice van de Chocoladefabriek “Union” te Haarlem. Toen na de eerste wereldoorlog een tekort aan onderwijzend personeel ontstond besloot zij haar oude beroep weer op te vatten, maar kon tot de ontdekking komen dat zij zonder acte J (gymnastiek) geen kans had een vaste benoeming te verkrijgen. Zij nam daarom les en behaalde die acte toen zij al boven de 50 jaar was, Zij kreeg eerst een tijdelijke baan in Halfweg en daarna een vaste benoeming in Andijk-West. Dat was in november 1922. Zy was in die 10 jaren dat zij in Andijk heeft gewerkt in de kost bij de dames Jantje Mantel-Groot, haar dochter Marijt Mantel en haar zuster Grietje Groot op Munnekaj.

Juffrouw Werner had daar een kamertje met een bedstee, wastafeltje, sen tafel en wat stoelen, Stoelen had zij veel nodig want er kwamen veel kinderen en jonge mensen voor bijlessen en handwerkclubjes, terwijl zij ook nog Franse les gaf aan een clubje wat oudere meisjes. Zij was, toen ze op Andijk kwam, al een 56-jarige, maar een zeer sterke en enthousiaste vrouw, En dat bleef zij tot ver na haar pensionering. In de oorlogsjaren heeft zij nog een kroniek over Andijk geschreven toen ze al 75 jaar oud was. 

In het laatste schooljaar waren we al begonnen om op de woensdagmiddagdagen wat te gaan bekijken met juffrouw Werner; zoals de bakkerij van C. v.d. Oord, die voor die tijd heel modern was ingericht, de “mesien” waar de heer Gerrits ons over vertelde in verband met de waterhuishouding van het “Grootslag”, de R.K.Kerk in Wervershoof, die wij van buiten wel kenden. Wij moesten er toch ook iets van weten hoe het interieur eruit zag. De melkfabriek te Wervershoof kwam ook aan de beurt, evenals Radbout en het Stadhuis van Enkhuizen. 

Vanuit het handwerkclubje is het OCA eigenlijk ontstaan. Juffrouw Werner zal waarschijnlijk hebben voorgesteld om met de jongens, die ook de schooljaren achter de rug hadden, samen dat op te richten en om dan één avond in de week bij elkaar te komen. Dat waren Jaap Jonker jr, . Piet Dol, Cor Scheer, Cor Vink, Piet de Vries Dz., Jaap Beemster, Wim Jonker Wz., Gerrit Brouwer IJz., Bartha Swart, Gietje Tensen Pd., Ma Schotsman, Klazien Mantel Cd., Lientje Kay, Janni de Vries Sd., Jannue Beemsta, Emma Kok, Naatje Vriend Pd. en IJt je Singer Jd. 

Wij zijn begonnen met Esperanto lessen. Dat stond in die jaren nogal in de belangstelling maar daaraan is de herinnering heel vaag. Ter afwisseling is ook begonnen met het instuderen van wat voordrachten en toneelstukjes waarvoor waarschijnlijk meer belangstelling was. Wij gebruikten daarvoor het gymlokaal van de school en de eerste uitvoering hebben wij op 17 januari 1925 in de Krimper gegeven. Dat is waarschijnlijk goed aangeslagen want daarna heeft Juffrouw Werner contact gezocht met Antoinette van Dijk, die de kinderuurtjes voor de radio verzorgde en daar zelf de toneelspelletjes voor schreef en waarvan wij er ook twee hebben opgevoerd. Van de beide uitvoeringen, die wij hebben gegeven in 1925 en 1926 zijn nog programma’s overgebleven. Enkele weken voor de uitvoering kwam Dirk Brouwer, regisseur van de Toneelvereniging Willem III om in de laatste repetitie de puntjes nog wat op de i’s te zetten. 

’t Zal niet altijd even gemakkelijk geweest zijn om alles soepel te laten verlopen met kinderen van 13, 14 jaar maar gelukkig was een ieder die vroeg om assistentie met de toneel opbouw costuumpjes maken, het andere dat eraan te pas kwam, bereid te helpen. Niemand kon haar wat weigeren, en al het entreegeld werd binnen het jaar met 10 cent verhoogd. En er was bal na. Prachtig! 

Er werd ook voor het begin van de zomervakanties een reisje georganiseer van drie dagen. Dat eerste reisje is eind juli 1924 geweest. Er werd een bus gehuurd van Leo Kors met als chauffeur Chris Kors en als begeleider van de club ging meester Klomp, die toen ook aan de Westerschool verbonden was, mee. Wij gingen via Velsen naar Amsterdam, waar wij in Elim, een hotelletje van het Leger des Heils, zouden logeren. Maar de zoon van Juffrouw Werner, die toen bij de Hoogovens werkte, woonde in Velsen en door zijn tussenkomst hebben we het bedrijf mogen bekijken. 

Rondleider was de heer Van der Laan, een broer van Mevrouw v.d.Oord- v.d. Laan. Wij herinneren ons het beste de smeltovens, waaruit het ijzer vloeide, Het zal wel veranderd zijn in die 60 jaar. Niet meer te vergelijken natuurlijk! De lunch hebben wij toen gebruikt bij de zoon van Juffrouw Werner, waar wij heel hartelijk ontvangen werden door de famille Mol. 

In Amsterdam bezochten wij de volgende dag de diamantslijperij van de firma Asscher, Toevallig bracht diezelfde ochtend de kroonprins van Japan, de tegenwoordige keizer Hirohito, ook een bezoek aan de firma Asscher en hebben wij hem en zijn vrouw, keurig opgesteld ор de beide trappen staande, voorbij zien gaan. ’s Avonds bezochten we van Henri ter Hall met Buziau. Schitterend vonden wij het. En daarna naar het hotelletje, wat ook een prachtige ervaring was. 

Het volgende jaar ging het reisje naar Dan Haag. Op weg daarheen ging het via Gouda, waar wij de glas-in-loodramen van de oude Jacobskerk hebben bekeken, In Den Haag, waar we weer in Elim logeerden, en de warme maaltijd gebruikten, zagen wij het Vredespaleis, Panorama Mesdag, de Gevangenpoort en het Binnenhof. De Pier van Scheveningen werd niet vergeten. Chris toerde ons overal heen. tweede avond zagen wij de operette Walsdroom’ in het Gebouw van Kunsten en Wetenschappen. Bij het derde reisje was Rotterdam, de grootste haven van Europa, aan de beurt. ederom overnachtingen in Elim aan de schiedamsedijk. Van daaruit ging het naar de zılverfabriek in Schoonhoven. Verder naar Brielle, waar Juffrouw Wernei nog had gewoond. y gingen ook naar de Waalhaven, de Waalhaven, die we per Spido Boot konden aan doen. Daar konden wij de haven voor watervliegtuigen zien, waarschijnlijk werd na het reisje aan van ons gevraagd om een verslagje te maken en dat is nog bewaard gebleven van Jannie. 

Op de terugreis hebben we in Delft het Prinsenhof bezocht. Het kogelgat in de muur bij de trap, muur bij de trap, waar Willem van Oranje door Balthasar Gerardts doodgeschoten werd, maakte toen veel indruk op ons. Tenslotte kwam de Oude kerk aan de beurt met de praalgraven van de grote helden en waar ook de leden van ons koninklijk huis worden bijgezet. 

Het moet in de zomer van 1927 zijn geweest dat wij met elkaar nog een tuinfeest hebben ge geven op de Kaatsebaan bij de Krimper. Dat was ten bate van het Dorus-Rykers-fonds van de Noord- en Zuid-Hollandse maatschalpe, tot het redden van drenkelingen. Hij verkochten daar allerhande dingen, die wij hadden gekregen als corsages, die wij zelf hadden gemaakt. er was ook een waarzegster. Voor de opbouw van de tentjes hebben wij hulp gehad. Daar werd thee en limonade geschonken. Jaap Beemster, die toen al de Ambachtschool bezocht, heeft met zijn vader en de vader van Cor Scheer geholpen onder supervisie van Juffrouw Werner. 

Veel hebben wij aan haar te danken; met heel veel plezier en dankbaarheid zien wij terug op die tijd van ons leven op Andijk in de jaren twintig.