De historie van de Buitenpolder/Koopmanspolder
auteur: Jos Kuin
bron: Jaarboek 2014
1575 Kaart van Beeldsnijder
De kustlijn tussen Medemblik en Enkhuizen heeft vroeger veel verder naar het noorden in het huidige IJsselmeer gelegen. Daarbij was tussen deze steden en Onderdijk en Andijk veel voorland voor de omringdijk. Het is bekend dat Medemblik wel 2000 tot 3000 meter meer zeewaarts lag dan tegenwoordig. Enkhuizen is ook veel meer vanuit zee naar de huidige kustlijn gegaan.
Voordat het Zuiderzee werd genoemd, meer dan 10 eeuwen geleden, was het eerst Flevum (Flevomeer), later Aelmere (Almere). De Kromme Leek en de Middelleek, van soms wel 1000 meter breed, stroomde uit in het Flevomeer. Vóór die periode stroomde nog water uit de Noordzee via het gat van Bergen het achterland in en kwam op het Flevomeer in deze streek uit, waar de zwaarste gronddeeltjes naar de bodem zakten.
Op de gekleurde bodemkarteringskaarten van de Vier Noorder Koggen en het Grootslag is ook nu nog duidelijk aan de grondsoort te zien dat in het gebied van de Kagerbos en het westelijke deel van Andijk de slecht bewerkbare grond daarop is terug te vinden. (In mijn jeugd zei men: in de Kaagpolder groeit enkel gras en het is eigenlijk ongeschikt voor tuinbouwdoeleinden. Zodoende is er daar zeer weinig grond voor gebruikt.
(Zie Skriemer nr 16-2012 N. Bregman enz)
In die periode is ook de toenmalige buitendijk van de Dorpsstraat aan de huidige Kagerdijk gemaakt. De toenmalige Huigenkoog (voor 1339) is daarmee omdijkt en in de Westfriese Omringdijk opgenomen.
Hertog Willem, Graaf van Holland voetnoot 1, gaf in 1413 aan Jacob Allardsz het privilege om de uiterdijk tussen het Hoogkarspelder sluisje en de Wervershoofse uiterdijk te bedijken. De banne Hoogkarspel grensde aan de huidige Driehuizen in Wervershoof.
De erfgenamen van Jacob Allardsz verkochten (of schonken?) hun land in 1488 aan de parochiekerk van Lutjebroek. De bewoners van Andijk-West die tot de banne Lutjebroek behoorden, gingen te voet of varend naar de kerk in Lutjebroek. Dit is ook waarschijnlijk de reden dat dit land in handen van de Lutjebroeker kerk is gekomen. Het toenmalige voorland tussen Medemblik en Enkhuizen werd met Nesse aangeduid. De Oosternesse was gelegen onder Medemblik waartoe ook Wervershoof behoorde en daarop aansluitend de Kerkenes onder Andijk. Dit geheel noemde men Grote Nes.
Voetnoot 1: Westfries Genootschap Oud en Nieuw P. Boon, Voorland en inlagen, de Westfriese strijd tegen het buitenwater: Jaarboek 1991
1680 Kaart van Dou
In 1638 was er reeds van de Oosternesse geen voorland meer. Dit is door de vele zware stormen en overstroming weggeslagen. Later werd Kerkenes “Buitenpolder” genoemd en kreeg in de vorige eeuw de naam Koopmanspolder. Door die vele overstromingen en de eenvoudig aangelegde wierdijk is waarschijnlijk de Buitenpolder vele malen overstroomd geweest en is in 1846 deze Buitenpolder opnieuw bedijkt. Dit is ook het geval met de inpoldering van de Immerhornpolder bij Enkhuizen. Dit wordt reeds genoemd in 1401 en is door de hevige stormen van 1675 bezweken. Pas in 1873 is een nieuwe zomerdijk gegraven en deze heeft in 1877 en 1916 onder de toenmalige stormen geleden.
De bedijking van de Buitenpolder in 1846 is verricht door P. Schuurman Jnzn. en Kl. Breebaart Jnzn. Pieter Schuurman Jnzn. (1807-1892), geboren in Andijk en gehuwd met Trijntje Smit, Pieter was onder andere veehouder, koopman, aannemer waterwerken, brandmeester, raadslid en later burgemeester van Bovenkarspel (van 1853 tot 1882) en Hoofdingeland Heemraad zowel van Drechterland als van de Hondsbossche en Duinen tot Petten. Hij leverde al in 1840 keistenen en rijsmateriaal voor de Noorder- en Zuiderdijk van de Westfriese Omringdijk.
In 1843 was hij al betrokken bij de verbetering van de Noordermolens bij de Molensloot in Andijk. Daar zijn toen de kolkdijken en de steenglooiing verhoogd en de schepraderen vervangen door vijzels. Tevens is daarbij de wierdijk verwijderd. Zo heeft hij ook in 1848 de Ceres voetnoot 2 windkorenmolen in Bovenkarspel gebouwd en beheerd. Pieter Schuurman Jnzn. was voor die tijd groot onroerendgoedbezitter. Bij zijn overlijden in 1892 werden o.a. 5 huizen met schuren en erf, 4 boomgaarden, 1 koren- en pelmolen, 20 percelen weiland en 12 percelen bouwland verdeeld.
Zijn broer C. Schuurman-Groot (1794-1859), onder andere assessor/wethouder Gemeente Andijk (1836-1859), was ook niet onbemiddeld bij zijn overlijden in 1859. Zijn nalatenschap bedroeg ƒ 188.000. Een arbeider verdiende toen ƒ 1,00 per dag. In die tijd rond 1862 kostte de bouw van de voormalige Gereformeerde kerk in Andijk op de hoek van de huidige Middenweg ƒ 11.000. Zijn zoon Pieter Schuurman Czn. kocht later de Buitenpolder.
Voetnoot 2: 2 Ceres en zijn voorgangers. 450 jaar korenmolens., P. Ruitenberg. 1998
Klaas Breebaart Jnzn. (1808-1899), geboren in Wervershoof en gehuwd met Dieuwertje Hoorns, was eerst broodbakkersknecht en landbouwer en van 1831 tot 1844 herbergier van de kolfbaan De Krimper in Andijk voetnoot 3 en tevens aannemer. Hij heeft in 1846 samen met Pieter Schuurman de Buitenpolder bedijkt. Met zijn kennis werd hij, na een financieel debacle van de vorige aannemer, aannemer van de Waard- en Groetpolder voetnoot 4 waardoor er in 1847, 1383 ha land boven water kwam.
Daar kreeg hij in 1848 bij de kavelverdeling 10.54 ha land van toebedeeld. Hij is daarna naar Winkel verhuisd. Zijn nazaten boeren nu nog steeds in deze polder. Zo is hij in de periode 1848-1899 opzichter, Heemraad, Dijkgraaf (tot 1895) en Hoofdingeland van deze Waard- en Groetpolder geweest. Daarnaast was hij nog lid van Provinciale Staten van Noord-Holland in de periode 1869-1898, wat hij tot zijn 90e jaar kon uitoefenen.
Bij de inpoldering van de Johannes Kerkhovenpolder voetnoot 5 bij de Dollard in Groningen staat vermeld dat hij in 1872 een rapport uitbracht voor de inpoldering. Deze polder was 397 ha groot waarvan 22 ha buitendijks. Hij was vanaf 1875 de enige toezichthouder en leidinggevende daar en werd in 1878 opzichter. Er bleven daar vier generaties Breebaart nauw betrokken bij deze polder. In 1947 is het gemaal in deze polder “de Breebaart” genoemd. En in 1979 is het laatste stuk Dollard ingepolderd (63 ha) en kreeg het de naam “Breebaart Polder” en nu is het omgevormd tot natuurgebied.
De boerderij, hier Buitenhuis genoemd, in 1914
Voetnoten:
3 Herbergier/Kasteleins de Krimper Jaarboek Vereniging Vrienden van Oud-Andijk 2002 en 2004, S. Kieft
4 Waard- en Groetpolder 1844-1944, o.a. Jubileumboek 1945, o.a. dijkgraaf A.J. Waiboer
5 Johannes Kerkhovenpolder: D. Vis. 1952
In “De Zeeweringen en Waterschappen van Noordholland” door G. de Vries Az. (1894) voetnoot 6 staat vermeld: “Deze Buitenpolder wordt ten oosten en ten noorden beschermd door een dijk, die 3.08 +AP hoog is en op de meest aan golfslag blootstaande plaatsen met een brikglooiing is voorzien, reikende tot 2.65 +AP. Aan de noordzijde is deze dijk gedekt door voorland, dat voor rekening van het bestuur van den Westfrieschen zeedijk met een kapglooiing van steen is bedekt. De bemaling geschiedt door een windmolentje van 5 m. vlucht met een liggend scheprad en uitslaande op de Zuiderzee. In den dijk ligt een duiker, wijd 0.40 m. voorzien van drie valschermen. De grote van het poldertje is 8.91.91 ha, waarvan 7.99.31 ha binnen den dijk ligt. Het behoort aan één eigenaar.”
De familie Cornelis Schuurman-Veerman kreeg geen kinderen. Na hun overlijden is de boerderij, erf en grond op 22-10-1909 in een publieke verkoping in herberg De Zwaan in Wervershoof door Notaris J. van Bommel verkocht. De advertentie vermeldt “Publiekelijk verkoopen. Een huis, boet, erf, diverse percelen zeer vruchtbaar weiland, bermsloot en dijk, uitmakende den polder genaamd “Het Buitenland” samen groot 8 ha 86 a en 39 ca (binnendijks) met hooiland, moeras en water groot 5 ha, 17 a en 60 ca (buitendijks).”
Pieter Koopman Pzn. koopt mede namens zijn broers en zuster, Cornelis, Theodorus en Trijntje het geheel voor ƒ 15.571. Na hun huwelijk in 1912 is Cornelis (Kees) Koopman met Margaretha M. Duijn in de boerderij gaan wonen. In de buitenpolder zijn Piet, Tonia, Afra en Alida Koopman geboren.
Door de stormramp van 13/14 januari 1916 is de boerderij volledig vernield en daarna gesloopt. Zij vonden tijdelijk onderdak aan de overkant van de dijk bij hun neef en nicht Jan en Dieuw Swart die in de voormalige sluipkerk woonden.
voetnoot 6 Zeeweringen en Waterschappen van NH. Mr. G. de Vries. 1894
Pieter Schuurman Czn.-Veer kocht in 1856 de Nesse of Buitenpolder van Klaas Breebaart. De eerste stolpboerderij is daar tussen 1856-1859 gebouwd. Het dijkje van deze polder liep vanaf halverwege de nu bebouwde Kagerbos tot café Kuin en sloot aan op de Westfriese Omringdijk. Cornelis Schuurman Pzn.-Veerman nam in 1876 de polder over van zijn vader en bouwde er een bijgebouw. Zijn bijnaam Tobie leverde het gebied in de volksmond de bijnaam “Tobiespolder” op.
Gemeente Kaart 1886 en Overdruk Westerheem 1976 H.H.van Regteren
Het nieuwe Buitenhuis in 1916. Waarvan voor en achterstuk gesloopt zijn na de dijkversterking.
Sloop van de schuur in 2003, waarvan duidelijk is te zien hoe dik de muren waren.
Tijdens de storm was de 32-jarige Kees Koopman in militaire dienst in de Oranje-Nassau Kazerne te Amsterdam, vanwege de oorlog 1914-1918. Kees mocht tijdelijk thuisblijven en in september 1916 werd hun nieuwe boerderij met op de bovenverdieping de veestallen en het woonverblijf in gebruik genomen. De muren waren soms wel 50 cm dik. Deze bovenwoning werd zo gebouwd i.v.m. overstromingsgevaar van de toenmalige Zuiderzee. Vanuit zijn dienstverblijf stuurde hij regelmatig ansichtkaarten (met zijn militaire lotgenoten erop) naar huis met de vermelding “Den Heer C. Koopman, ’t Zeehuis te Andijk”. Met deze adressering kwam de post goed aan.
In dit gezin leerde iedereen Esperanto en dit werd ook vaak onderling gesproken. Het gezin van C. Koopman-Duijn telde na 1928, 10 kinderen en zij werden zeer katholiek opgevoed, wat als gevolg had dat Tonia en Ali non werden bij de catechisten in Breda, Willem broeder/missionaris, Jan pater (later de bekende anti-abortusactivist), Gré non in Brazilië en Vera non en moeder-overste in Venlo.
Voor de verzwaring en verbreding van de Westfriese Omringdijk was er extra grond nodig buiten de in Andijk-Oost reeds aanwezige en gegraven putten. Daarvoor was ook de grond van de Buitenpolder zeer geschikt. De familie Koopman heeft toen in 1918 alles verkocht (gedwongen?) aan het HHNK (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier). Het gezin verhuisde naar Berkhout. De aannemers Zwaan en Van den Heuvel hebben zelf, tot de klus geklaard was, in de boerderij gewoond.
In de westhoek op de grens Andijk-Wervershoof is een put gegraven voor de benodigde grond. Deze grond werd met kipkarren via rails naar de juiste plek over de dijk getransporteerd. Pas na het vertrek van de fam. Koopman is de polder Koopmanspolder genoemd. Dit wegens de verdiensten van Koopman voor het herinrichten van deze polder. Na het dijkherstel is alleen de middenschuur blijven staan en de rest is toen gesloopt. Zie ook VVOA Jaarboek 2012 over “geschiedenis van de boerderijen” met foto’s van Dirk Spijker.
De door het afgraven ontstane put werd een prachtige plek voor de kinderen en ook een zwem- en schaatsplek door de jaren heen.
Ter hoogte van, nu Kagerbos 19, stond in deze polder ook een huis dat in tweeën werd bewoond. Volgens de Skriemer (4-2000) stond dit huis er reeds voor 1916 en is in 1950 onbewoonbaaar verklaard.. Daar woonde Jacob Dekker (Krubus), geboren in 1887 en zijn echtgenoot Pietje Maartens, geboren in 1892. Zij zijn gehuwd op 26-01-1915 en kregen later zeven kinderen. Emerentia (1917), Jacoba (1920), Cornelis (1922), Martinus (1925), Elisabet (1927), Cornelia (1931) en Jacobus (1936). Aan de andere kant van de woning woonde de ongehuwde Dirk Kok (ouwe Dees). Meerdere personen melden dat D.Kok ongehuwd was, echter In ‘Volk rond de Kaag 2’ van P.Ruitenberg (1986) staat dat hij huwde met de reeds 3 maanden zwangere Vroon Dekker die op 44-jarige leeftijd op 19-09-1920 overleedt. Volgens de schrijver was zij zwanger van Toon Neefjes en is daar Cor Kok uit geboren, maar hierover is nooit zekerheid gegeven.
In deze woning was geen waterleiding aanwezig. Dit hield in dat er dagelijks water aan de andere kant van de dijk werd gehaald bij Betje Beerepoot-Sijm en Jans Haakman-Reyn.
In de loop der jaren (1936) werd de polder volgens de gemeente echter zo’n onhygiënische plek dat er als oplossing van het probleem, vanaf 1937 een werkverschaffingsproject van werd gemaakt. Inmiddels heeft de gemeente de gronden voor 50 jaar in erfpacht gekregen voor de prijs van ƒ 1,00 per jaar.
De gemeentegrens van Andijk/Wervershoof lag bij de Driehuizen en was ook de grens in deze polder. Daarbij is de Koopmanspolder vergroot vanaf de huidige oprit aan de Kagerdijk tot aan het oude café/kolfbaan De Krimper, nu Dijkweg 356. Het project zal in cultuur worden gebracht door de Nederlandse Heidemaatschappij.
Familie Koopman-Duyn, 1947. Achter vlnr: Wim, Afra, Ali, Kees, Gré, Jan, Tony, Simon. Voor: vader, Piet met Anna, Agaat en Marga, Vera en moeder.
Het Zeehuis, uit herinnering geschilderd door Nic. Haakman, 2000
In het volksdagblad van de CPN van 05-04-1939 lezen we als kop: “Lonen van ƒ 6,50 tot ƒ 13,23 in de Koopmanspolder in Andijk. Erbarmelijke toestanden in de werkverschaffing te Hoorn. Indien geen verbetering Maandag het werk plat.” In dit artikel wordt ook vermeld: “Naar ons deze week van enige tewerkgestelden in de z.g.n. Koopmanspolder bij Andijk ter ore is gekomen, is de toestand voor deze werklozen buitengewoon slecht. In de eerste plaats moeten deze mensen bijna 15 km fietsen voor ze bij de keet zijn. Hiervandaan moeten ze nog een half uur lopen, om bij het werk te komen. Bovendien is het werk hier zeer zwaar en gevaarlijk, want er moet op een straal van 40 m., 25 m. worden geklommen uit één kruipput. Toen het loon deze week werd uitbetaald, ontving de kruiploeg de som van ƒ 8,- met inbegrip van ƒ 1,- rijwielvergoeding en ƒ 0,50 laarzengeld. Dat hier ook het verdeel- en heerssysteem in de praktijk wordt gebracht bleek toen de jongens van de kipkarren ƒ 13,23 ontvingen alles inbegrepen. Vier dezer jongens gaan naar de Arbeidsbeurs om de rijksbemiddelaar op de hoogte te brengen. Als er voor maandag geen oplossing komt zijn ze van plan om ’t werk neer te leggen.”
In 1941 lezen we: “Koopmanspolder volgend jaar in cultuur”. Met de aanvulling: “Men krijgt respect voor de kerels die, velen met geheel ontbloot bovenlijf, de zware grond verzetten, in de karren mikken en wegrijden naar het restaurant van de put.” En in het vervolg schrijft men: “Er is vrijwel geen enkele grondwerker van professie bij. De meesten zijn Amsterdammers, 160 man, die per trein naar Hoogkarspel komen en verder per fiets het werk bereiken, 25 man komen er uit Hoorn en momenteel 3 uit Enkhuizen, 4 uit Medemblik terwijl er 1 uit Andijk aanwezig is. Wel doet de hittegolf het arbeidstempo enigszins dalen, maar een kameraadschappelijke werkverdeling zorgt ervoor, dat voor de zwakkere het werk niet moordend wordt.”
Zestig karren van ongeveer 1 kubieke meter inhoud rijden af en aan en zo vordert het werk gestaag en regelmatig. De bijna 18 ha (met poepedoikie?) heeft ƒ 163.000 gekost.
Nic Kuin Klzn. vertelde nog: “Ze gaan iedere dag van huis en bij het café van mijn vader Klaas Kuin-Dam werden de fietsen gestald voor 10 ct per week. Ze gingen ook regelmatig naar huis met hun wijde trui volgestopt met bonen.”
bron: Westerheem 1976, H.H. van Regteren Altena, afb. 21Oostelijk Westfriesland met het meer van Wervershoof in de 12e eeuw
In 1941 lezen we: “Koopmanspolder volgend jaar in cultuur”. Echter ook in 1941 staat onder de kop “Op Hoop van Zegen”: “T. Zwan heeft heden als eerste van de 8 huurders (elk heeft een ½ Ha met een huurprijs van ƒ 70 per Ha) nieuwe aardappelen op de pas in cultuur gebrachte grond gepoot.”
Vanaf 1942 is de volledige oppervlakte in cultuur genomen. Huurders zijn o.a. geweest Van der Lee, Jaap Schuitemaker, Jan Berkhout, Cor Kuin, Teunis Sijm, Arie Kooiman, Piet Heemsbergen, Klaas Kuin en Gebroeders Zwan. Later ook nog kinderen of kleinkinderen van deze families.
Bij de herindeling in 1978 van de gemeentes is de volledige polder grondgebied van Andijk geworden. De erfpacht is in 1984 beëindigd en HHNK betaalde nog de verbetering van de toegangsweg over de dijk heen. Nog wat feiten:
1987 Oostpunt van de polder wordt ingericht voor recreatiedoeleinden. Er komt een ligweide, steigers en een parkeerterrein.
1991 Uitbreiding met vooroeverproject i.s.m. PWN voor uitdiepen spaarbekken.
1992 Werkgroep KNAP (Koopmanspolder Natuurlijk Aangepast) opgericht. Geen woningen!
1992 Fietspad op de dijk, vanaf Kagerbos tot Enkhuizen.
1998 Groot deel westkant ondergelopen door extreme weersomstandigheden.
2002 Gronddepot aan de westkant van vrijkomende grond Nespolderdijk. Versterking Noorderdijk bij de Koopmanspolder met afsluitende stalen damwandplaten door de zandlaag waardoor de kwelstroom tot staan wordt gebracht.
2003 Schuur in de polder afgebroken.
2012 Start herinrichting Koopmanspolder. Daarbij zijn betrokken in de vorm van een klankbordgroep: Gemeente, Provincie, Rijkswaterstaat, Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier, Staatsbosbeheer, KNAP, Oud Andijk, Kunstenaar Ben Raaijman en namens Oud Andijk Jos Kuin (tevens aanwonende).