Glasnegatieven, vergane glorie?

auteur: Joost Doef
bron: Jacco Mantel, Dick Spijker, dorpsgeschiedenis, persoons- en situatieherkenning; Jacques Laureis, fotografiedeskundige; Photo & Zo – Enkhuizen, vakkennis; familie Doef, persoons- en situatieherkenning. Foto’s: familiearchief Doef. 

Ontdekking verzameling glasnegatieven

In april 2017 werd ik gebeld door dorpsgenoot Jacco Mantel, of ik eens wilde komen kijken. Hij had van een opkoper die ging opruimen, ongeveer 150 oude glasnegatieven gekocht.

Een glasnegatief, of glasplaatnegatief, is een dun glazen plaatje van  enkele centimeters in het vierkant. Glasnegatieven zijn er weliswaar in  verschillende afmetingen, maar deze serie is grotendeels 9×12 cm. Op zo’n plaatje was aan een kant een gelatinelaagje aangebracht. Daarin  werd zilverbromide ingebed. Het zo verkregen resultaat was daardoor lichtgevoelig gemaakt en moest je dus volledig in ‘t donker bewaren. Zo kon men ze begin vorige eeuw kopen, klaar voor gebruik. Het glaasje kon daarna in de camera geplaatst worden. 

De afstand tussen camera en onderwerp moest vervolgens worden ingesteld. En toen dat op het toestel nog niet mogelijk was, werd het zo correct mogelijk gemeten of geschat. Men haalde daarna korte tijd de dop vaak voor de lens vandaan, waardoor de plaat in het toestel belicht werd. Op een precies van te voren berekend tijdstip ging de dop er weer op. Zowel de camera als het onderwerp mocht in de tussentijd niet bewegen. Tijdens de opening van de lens was de kans groot dat een opname, of een deel er van, bewogen op het negatief en dus later op de foto zou komen te staan. Het probleem van bewogen onderwerpen wordt natuurlijk minder als de sluitertijd korter is. 

Iedere cassette van twee opnamen moest dus apart in de camera gedeponeerd en na de belichting er ook weer uitgehaald worden. Het zo verkregen beeld op het negatief moest eerst ontwikkeld worden en vervolgens gefixeerd. Daarna volgde het positief afdrukken op papier. Iedere bewerking gebeurde dus in de juiste volgorde na elkaar en alles met de hand. Iedere behandeling is een bewuste stap die niet overgeslagen kan worden. Alleen zo kan een mooi eindresultaat bereikt worden.

Als je zo alles nagaat, moeten er door de hobbyisten en de vakmensen heel veel uren in gestoken zijn. Maar dat maakt een en ander juist zo mooi. Voor hen, maar ook voor nu, veel later. Het is een heel andere manier van fotograferen. Omdat de mensen die dit deden en doen, anders kijken.

Konkelen in de boet (img173)

Ze maken een ander plaatje. Een zwart-witopname dwingt om meer gedetailleerd naar de foto te kijken. De belichtingstijd was lang. En ook omdat men tamelijk uitgebreide, dus niet vlot verplaatsbare apparatuur nodig had, waren statische opnamen bijv. stillevens, stadsgezichten en gebouwen of interieurs vaak een gewild onderwerp. Maar toch ook portretten en groepsfoto’s begonnen zo op het glasnegatief. Deze arbeidsintensieve techniek dateert ongeveer uit 1880 en kan gezien worden als het begin van de ons meer bekende methode van fotografie met rolfilmpjes als negatief-drager. Hoewel het principe vrijwel hetzelfde bleef. Later kwamen o.a. kleurenfotografie en de (positieve) kleurendia’s. Sinds kort maken we bijna niet anders dan digitale opnamen. Bijna niets herinnert ons nog  aan die zwart-witnegatieven op glas. Behalve enthousiaste hobbyisten en ook vakmensen zijn er maar weinigen die er bekend mee zijn.

Maar toch…

Geheel onverwachts kwamen ze, die aprilmiddag, op mijn pad. Eigenlijk was het bestaan van deze glaasjes mij bijna onbekend. De meeste van de genoemde serie glasnegatieven zijn onlangs door een fotograaf afgedrukt. We konden zo dus gelukkig alle foto’s ervan bekijken. Wat direct opviel was dat de foto’s soms zo scherp en duidelijk zijn. Hoewel dit opnamen waren uit de periode ruwweg tussen 1920 en 1935. En het tweede toen ik naar de foto’s keek, gemaakt van die glasnegatieven, was dat er meerdere mensen op stonden, die ik herkende. Nog sterker: er staat familie van me op!  

Gezin Willem Doef (4h)

– Nr 4h bijvoorbeeld is een groepsfoto uit 1928 van het gezin van opa en oma Willem en Grietje Doef met hun zoons Jaap, Piet (mijn vader) en Jan. Gemaakt bij hun huis aan de Dijkweg iets beoosten de Hoekweg. Tuinders zoals zij, hadden ‘s winters best tijd om dergelijke hobby’s te beoefenen. De gemaakte opnamen werden dan ook vaak in de ‘slappe  tijd’ door hen bewerkt. De jongste 2 broers hadden thuis zelf hun doka (donkere kamer) ingebouwd. Zoals vader Piet dat, meerdere jaren later, ook in huize Honk zou doen.  

– Foto img173 geeft de gebroeders Jaap en Piet met hun vader weer in de boet (schuur) toen ze zaten te konkelen (schaften). Het was daar te donker om een goede opname te maken. Aan hun leeftijd te zien  (oorlogsjaren?) kun je opmaken dat men toen nog geen flitsapparaten had. Het is me bekend van vader Piet dat ze toen op een schoteltje wat kalium- of magnesiumpoeder strooiden. Dit gaf bij verbranding een poosje heel fel licht. In de tussentijd ging de fotograaf snel bij de anderen zitten. De losse zelfontspanner die hij had, deed daarna zijn werk en de foto was gemaakt. 

De foto nr 7b van het poldergemaal is jammer genoeg wat minder van  kwaliteit. Toch is duidelijk zichtbaar dat er gewerkt wordt aan de brug in de Dijkweg. Waarschijnlijk in verband met de toevoer van het slootwater richting gemaal. En ook de gemaakte, grote opening in de muur wijst er op dat er een grote machine of pomp doorheen naar binnen moest.

Ingrijpende werkzaamheden rond het Poldergemaal (7b)

Willem Doef (4j)

– Opname nr 4j laat opa Willem Doef op zijn land zien, in de vaarpolder aan het ploegen met een paard. Het land lag zo’n kilometer zuid van Kleingouw, dus 2 kilometer van huis. Iedere dag kloeten (bomen) of zeilen van en naar de Dijkweg. Het bestaan van de foto was al langer bekend. Maar nooit heb ik vader horen zeggen dat deze via een glasnegatief gemaakt is, terwijl hij zich ook bevindt in de teruggevonden exemplaren.  

– Tja, en dan nr 8e en 8d) naar het westen en naar het oosten op de Geuzenbuurt. De foto’s zijn genomen vanaf bijna het hoogste puntje op het dak van boerderij Honk, 15 meter boven de grond. Let op de stenen van de grote schoorsteen, die zijn nog net zichtbaar (zie 8e ook op de achteromslag van dit jaarboek). Hoe heeft iemand dat gedaan met glasplaten in zijn toestel? De foto’s zijn al bekend van uit het familiearchief. Maar deze nu ontdekte, originele glasnegatieven zijn van een verbluffende kwaliteit. In de verte kan de aanleg van de dijk rondom de latere Proefpolder gezien worden. Het moet dus 1927 geweest zijn.

Het oosten van de Geuzenbuurt (8d)

Het westen van de Geuzenbuurt (8e)

Nr. 6e, de foto uit 1929 van de bouw van de Gereformeerde kerk is ook bekend. Het glasnegatief behoort ook bij de nieuw gevonden hoeveelheid glaasjes. Bekend is dat deze foto door oom Jaap Doef genomen is. Op deze foto is een stapel dakpannen zichtbaar op de achtergrond tegen de kerk aan. Hoewel het dakhout daarvoor ongeschikt was, zijn ze toch op het kerkgebouw gelegd. Op een later tijdstip zijn ze verwisseld voor leien, wat oorspronkelijk ook de bedoeling was. Zie foto op pag. 63.

Toen de serie glasnegatieven bij de bewuste opkoper gekocht werd, vertelde deze dat ze hoogstwaarschijnlijk door Jaap of Piet Doef gemaakt zouden zijn. Het zou kunnen kloppen, want de broers hadden een gezamenlijke fotografiehobby. En inderdaad zitten er voor mij heel veel exemplaren tussen waarvan ik de foto’s herken. En nu zijn er ineens veel originele negatieven van. Na gesprekken in de familie en het ontrafelen van mogelijkheden, kom ik er achter dat de glasnegatieven door oom Jaap gemaakt moeten zijn. Of in ieder geval met zijn medeweten. Hij had, zoals te zien is op foto nr4h een camera die geschikt was voor het nemen van glasnegatieven. Hiermee zijn hoogstwaarschijnlijk veel opnames van deze serie genomen.  

Het blijkt dat de glasnegatieven uit hun ouderlijk huis kwamen. Ze zijn omstreeks 1990 opgeruimd en verkocht aan een opkoper, zo werd verteld. Hoogstwaarschijnlijk gaat het dus om een familiebezit waarvan het bestaan bijna onbekend was. Van veel oude bekende en onbekende foto’s zijn de negatieven gevonden. Toch zijn er bij mij nog enkele vragen. Maar waarschijnlijk zullen dat altijd vragen blijven. Voor mij echter is in ieder geval een stukje onbekende familie- en algemene geschiedenis boven water gekomen. Een onverwachte, maar waardevolle vondst. 

De bouw in 1929 van de inmiddels monumentale Gereformeerde kerk aan de Middenweg (foto 6e)