Feike de Boer
auteur: Ank de Boer – Tuijtel
bron: Jaarboek 2013
Feike de Boer geboren 27-09-1887 in Sneek – overleden 17-10-1970 in Andijk
In het najaar van 2006 was er in het Poldermuseum een tentoonstelling ingericht met allerlei wetenswaardigheden over Feike de Boer, die hoofdonderwijzer was op de Kuiperschool van 1921 tot 1952.
Meester De Boer, zoals hij werd genoemd, was een man die in zekere zin zijn tijd vooruit was. Hij ontdekte en maakte apparaten en installaties waar nog nooit iemand bij stil had gestaan. Hij schreef daarover later een boekje getiteld: ‘Ha fijn… proeven‘. De natuur speelde ook een heel belangrijke rol in zijn leven. Zijn kennis van bijvoorbeeld vlinders, vogels en vogelgeluiden was groot. En over dit alles onderwees hij de jeugd. Hij combineerde zijn onbegrensde hobby’s met zijn werk als onderwijzer. In de maatschappij had hij ook verschillende belangrijke functies.
In dit verhaal gaan we verder met het ophalen van kleine stukjes uit zijn bewogen leven. We trachten u hier nog een beetje te laten zien of herbeleven wat voor een man hij was. Over zijn jeugd is weinig bekend. Zelf vertelde hij daar nauwelijks over. Wel werd duidelijk dat hij een maatschappelijk betrokken persoon was die zich als een echte autodidact ontwikkelde, waarbij educatie voor de kinderen zijn belangrijkste streven was.
Schoolmeester
Wij hebben een 100 jaar oud document in ons bezit dat F. de Boer erelid is geworden van de Jongelingsvereniging op Gereformeerde Grondslag ‘Jonathan‘ in Schiedam. Dit is van januari 1914. Zijn voorzitterschap is dus kennelijk van groot belang geweest. Hierdoor weten wij dat hij in Schiedam gewoond en gewerkt moet hebben en dan wil je graag meer weten over deze vereniging. Maar helaas, ook ‘Scyedam‘, de oudheidvereniging van Schiedam kon ons niet wijzer maken. Wel vinden we in het adresboek van Schiedam uit 1911 dat ene F. de Boer daar onderwijzer was op de School voor Buitengewoon Lager Onderwijs. Hoe hij van Friesland in de (nu) Randstad is gekomen, vertelt het verhaal niet.
Feike was een bezige bij. Hij ging leren kalligraferen in zijn vrije tijd. Het cursusboek is gedateerd op 1913 en het diploma ‘Akte van Bekwaamheid voor Middelbaar Onderwijs in het Schoonschrijven‘ is gedateerd op 31 juli 1914. Het legerboekje start in 1907, dus hij was toen 20 jaar oud. Het laat een trouwe opkomst zien tot aan/in de Eerste Wereldoorlog.
In januari 1913 was hij leerkracht op een school in Leiden geworden. Dochter Wieb werd geboren in Alphen aan den Rijn in 1915, Annie in 1916 en Alie in 1917 in Leiden. Maar Feike de Boer wou meer. Hoofd van een school lag waarschijnlijk binnen zijn bereik en hij werd 30 augustus 1918 benoemd in Marken. Hier hebben we kunnen achterhalen dat dit een school op palen was, want Marken was nog een eiland in de Zuiderzee. Jammer dat we niet eerder hebben kunnen optekenen hoe men contact onderhield met het vaste land. Natuurlijk per boot, maar…
Op Marken werd zoon Pier geboren (1921). Toen er in Andijk een plaats vrijkwam als hoofd van de Dr. A. Kuyperschool, aarzelde hij niet. In juli 1921 werd hij hier hoofd van de school en in 1927 wordt dochter Joke geboren.
NCRV
Geluidsgolven hadden zijn interesse. Al in 1915 bouwde hij zelf een ontvanger met een plankje, een kristalletje loodglans, een potloodpuntje, een kleine condensator en een telefoon. Een koperen draadje als antenne aan een dakgoot, en hij kreeg in de Eerste Wereldoorlog al berichten uit Parijs, Wenen, Londen en Berlijn. Wel in ‘morse‘ natuurlijk. Ook die tekens had hij al onder de knie. Zelfs de wapenstilstand in 1918 kon hij in Marken opvangen, waar hij toen hoofd van de school was. Al deze dingen hadden hem in contact gebracht met een aantal heren, waaronder de heer Dommisse, die al bezig was met een Christelijke Verenging voor Draadloze Telefonie en mogelijke zendtijd. Maar ook met de heer Van der Deure en de heren De Bruin en Van Os. Er werd vergaderd in Utrecht en men zal waarschijnlijk wel per trein daarheen gereisd zijn.
Er werd een comité gevormd en op 15 november 1924 werd de NCRV opgericht met de heer Van der Deure als voorzitter en als bestuurslid o.a. F. de Boer. Dat de omroep hem aan het hart ging, getuigt o.a. een artikel in de Rijbode van Alphen aan den Rijn in 1933. Hierin wordt vermeld dat de heer De Boer van Andijk daar, aan de hand van de getoonde NCRV Landdagfilm, het bestaansrecht van een christelijke radio aantoonde. Zou hij ‘s avonds weer naar Andijk gereisd zijn, of bleef hij slapen in een hotel of logement? Dat weten we niet.
Schoolradio
Ook de schoolradio heeft zijn belangstelling. De eerste schoolradio–uitzending met vogelgeluiden werd opgenomen op Texel. Met de NCRV radio–auto, merk Diamond op de boot en een zendertje op de rug van meester De Boer. Zo werden de geluiden opgenomen en snel weer teruggereden naar Hilversum om te worden gemonteerd en uitgezonden. Op een van zijn reizen is hem een keer gevraagd: “Bent u de vogeltjesmeester?”
Schoolradioprogramma’s waren o.a. op 14 dec. 1936: ‘Op audiëntie bij de vogels – deel l‘ en deel II op 21 dec. 1936. In januari 1939 was het onderwerp ‘Door het riet, langs sloot en plas‘ en op 6 maart 1939 ‘Op jacht… met de microfoon‘. Op 19 febr. 1940 heet de uitzending: ‘Een tragisch einde van een vrij leven‘ (met wedstrijd) en dan pas weer op 19 mei 1952: ‘In mei leggen alle vogeltjes een ei‘. De NCRV vermeldt dat hier nog een opname van is, maar wij hebben, bij navraag, te horen gekregen, dat deze er niet meer zou zijn. Naar aanleiding van deze uitzendingen konden leerlingen opstellen voor de NCRV maken en er soms prijzen mee winnen. Een van de prijswinnaars was in die tijd Anje Prins uit Andijk.
Natuur en middenstand
Omdat hij zelf geen auto had, liet zich wel rijden door M. van Heezen, want ja, met de trein naar Hilversum was ook een onderneming. Ook toen had de chauffeur wel eens slaap en moest er aan het jasje getrokken worden om hem wakker te houden. Het opnemen van geluiden van de vogels in de polder resulteerde ook in de opname van de kraaiende haan van Feike de Boer. Dit geluid werd jarenlang de herkenningstune van de VARA.
Ergens rond 1926 vermeldt de geschiedenis dat door het hoofd van de Kuyperschool, in combinatie met het Akkerbouwbestuur, een ‘cyclostyle apparaat‘ werd aangeschaft. Dit was een van de eerste handstencilmachines. Feike de Boer gebruikte hem ook ten behoeve van de NCRV. Intussen was er ook wat gaande op het dorp. Nadat hij zich had gevestigd in Andijk, zat hij al spoedig in diverse commissies, waaronder die tot aanzet van de oprichting van de Midden (nijverheids)school aan de Hoekweg in 1926.
De school werd later een Tuinbouwschool en uiteindelijk nam in 1972 de gemeente Andijk deze over tot aan 2012, want nu is Andijk inmiddels gefuseerd met Medemblik. De Gereformeerde gemeenschap zag hem als ouderling, en op de kansel waarnemen schuwde hij dan ook niet. Meester De Boer vond ook dat jongeren die dat wilden een Middenstandsdiploma zouden moeten kunnen behalen. Hij gaf ze daarin les tot ver na zijn pensionering in 1952. Ongeveer 300 cursisten en een 80% aan geslaagden was een prachtig resultaat.
Ontwikkelen
Feike de Boer organiseerde ook toneelstukken. Waarschijnlijk schreef hij ook zelf de tekst bij het stuk ‘De inname van Den Briel‘ ter ere van de Oranjefeesten. Er was in 1930 een optocht naar het feestterrein achter de dijk ‘de Slibberd‘, nu ter hoogte van Dijkweg 43. Ook over Napoleon werden er toneelstukken opgevoerd. In 1932 werd de Afsluitdijk aangelegd en veranderde het buitendijkse land. Met de zelfgemaakte kano werden tochten door de polder gemaakt, maar ook schuwde hij de zee niet. Feike wilde naar Stavoren, “maar zeg het niet tegen moeders want anders gaat het niet door“, zei hij eens tegen kleindochter Rinske.
‘Doe‘–onderwijs stond hoog in het vaandel. De leerlingen zagen hoe kuikens uitgebroed worden. Ze moesten elke dag de temperatuur bijhouden en zo ontstond een grafiek. Handenarbeid werd ingevoerd en in zijn zelfgemaakte ‘machines‘ zie je verschillende natuurkundige proeven, w.o. magnetisme over hoe bijvoorbeeld de Noord- en Zuidpool elkaar kunnen aantrekken of afstoten. Hier schreef hij, na zijn pensionering, een boekje over. ‘Ha, fijn… proeven!‘ met o.a. zijn foto’s van de apparaatjes. Hier komen we nog weer op een interesse van hem.
De school en de oorlog
Feike de Boer bouwde zelf een fotocamera en ging zijn eigen foto’s ontwikkelen in de donkere kamer. Vooral de natuur had zijn belangstelling. Vogels, nesten met eieren, vlinders. Alles werd gefotografeerd. Deze laatste werden ook door hem geprepareerd en opgezet in een vlinderkast. Doordat hij een dimensionale kijker had aangeschaft met bijbehorende plaatjes moest er ook geprobeerd worden of hij dit zelf kon maken. Twee (bijna) dezelfde foto’s naast elkaar geplakt. Kijk door de kijker en… daar heb je diepte in de foto. Dit zijn stereoscoopplaten.
De schooltuin, de bijen, van alles kon je bij Meester De Boer vinden. Ja, ook strafwerk. Dat vertelde Wim Gutter. Bij Meester De Boer was niets voor niets. De jongens moesten, net als iedereen toen en nu, wel eens wat leren en hadden daar niet altijd zin in. “Nou, dan komen jullie zaterdagmorgen maar terug op school en gaan we de morsetekens er net zolang inpompen, tot jullie je naam kunnen seinen.” Intussen was er een Tweede Wereldoorlog gaande en leerden de kinderen spelenderwijs tellen door met een schuit naar de veiling te gaan. Hoeveel bloemkolen zitten er in een krat en hoeveel kratten zijn er? Vermenigvuldigen of optellen.
In de oorlog werd ook het schoolverzet geboren. Feike de Boer is samen met de heer J.Vijn en schrijver K. Norel verantwoordelijk voor de regio (zie het boek ‘Het schoolverzet‘ van Dr. J.C.H. de Pater). Hij behoorde tot de Inspectie–Hoorn van het Schoolverzet. De bezetters hadden het voor het zeggen, maar ja… dochter Alie mocht op handwerkles en zo kon ze met toestemming van haar vader enigszins illegaal werk doen. Onderwijs in handvaardigheid was in die tijd verboden, maar werd op deze wijze ontdoken. De meisjes mochten ‘nieuwe‘ kleertjes naaien van oude kleding die van thuis werd meegenomen. De jongens moesten klerenhangertjes maken bij de handenarbeid en uiteindelijk werd dit tentoongesteld, zodat ouders ook konden zien wat de kinderen maakten. Ook bij Feike thuis werd er tijdens de oorlog net als bij andere gezinnen illegaal naar de radio geluisterd. Vooral de kinderen Alie en Joke moesten dan fietsen om stroom op te wekken voor de radio.
Zijn rol in het ‘actieve‘ verzet is ons niet geheel duidelijk geworden. Wel weten we dat hij regelmatig onderduikers, waaronder zijn zoon, verborgen hield op de schoolzolder. Ook zou de auto van zoon Pier in de school, aan de linkerkant, verborgen zijn geweest. Citaat uit het dagboek van P. Kistemaker, zoals dat in de Andijker van 1 mei 2009 staat: “Zaterdag 28 april 1945. De Duitsers zijn op Andijk. Veertig man in de Meiboom en 100 in de Krimpen.” Later blijkt dat natuurlijk weer sterk overdreven te zijn. Ze hebben Meester De Boer nog wel een angstig uurtje bezorgd, omdat eerst de school en het huis gevorderd werden, maar door protest hoefde dat kort daarna toch weer niet. De soldaten werden elders ondergebracht.
In 1953 is hij voor al zijn verdiensten en inzet koninklijk onderscheiden en werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje–Nassau.
Overzicht van zijn activiteiten
Een greep uit enkele van zijn activiteiten: handenarbeid, natuurkundige proeven op ULO- niveau, het kweken van zeldzame planten, het houden van dieren en vernieuwing in het onderwijs. Medeoprichter van een alhier gevestigde naai- en breischool (Middenschool), voorzitter en leider van Middenstandscursussen, secretaris van de Bond van Christelijke Lagere Scholen in NH boven het IJ, bestuurslid Christelijk Buitengewoon Lager Onderwijs te Alkmaar, medeoprichter van de NCRV, waar hij 28 jaar lang zitting in het bestuur heeft gehad. Zonder overdrijving kan er gezegd worden dat hij een der promotors is geweest van de radio in Nederland.
Zoals al eerder vermeld, een auto had Feike de Boer niet en dus ging de familie op de fiets met vakantie, o.a. naar zijn ouders in Friesland. Dat heeft hij eens geweten, want de fiets van toen was wat anders dan de fiets van nu en men kwam zeer vermoeid aan de andere kant van het IJsselmeer aan. Dat je dan omviel van vermoeidheid en in het water terechtkwam, was natuurlijk niet leuk. Zeker als de sloot ook nog vol zit met kroos.
Hij woonde niet alleen bij de school. Later woonde hij ook in het huis dat nu Dijkweg 171 is, gelegen achter Audio Chapel (vroeger de winkel van Van Heezen, daarvoor de oude gereformeerde kerk).
Later, geruime tijd na zijn pensionering, vond hij dat hij uit het bestuur van Huize Sorghvliet moesten stappen, want anders kon hij er zijn laatste levensdagen niet doorbrengen. Heel veel boeken van Meester De Boer zouden er in de bibliotheek beland zijn.
Aan de Hoekweg op de proeftuinen van de voormalige Tuinbouwschool heeft nu kleinzoon Fred de Boer zijn bedrijf in handel en reparatie van Caterpillar grondverzetmachines en onderdelen.
In 2013 heeft achterkleindochter Mirjam de Boer samen met Marco Bakker het gebouw van de betreffende school gekocht om er te gaan wonen.