Electriseermachine

auteur: Siem Kieft
bron: Jaarboek 2010

Hoe een onbeduidend krantenartikel tot een verhaal voor het jaarboek kan leiden. Tijdens de voorbereidingen van het artikel over de krant 100 jaar geleden, kwam Jaap van de Gruiter een krantenartikel tegen over een proef over ‘Electrocultuur’. Wat was dat eigenlijk? Niemand kon hem dat vertellen, waarop er onderzoek naar gedaan is. Hierbij een samenvattend resultaat van een aantal artikelen daarover.  

Uit het boek: De Electrische Stroom en zijne Toepassingen (1925)  

De hooge spanning wordt opgewekt door een Electriseer machine (Lemstrom), door een transformator of door luchtelectriciteit. Boven de akkers aanbrengen van een aan isolatoren bevestigd net van metaaldraden, waarin een hoge electrische spanning ten opzichte van de aarde wordt onderhouden.  

Elektrocultuur  

Een eerste publicatie hierover werd aangetroffen in het weekblad voor ‘Bloembollencultuur’ van 21 januari 1910, door R. Harkema, ingenieur. Het betrof een voordracht voor de leden van deze vereniging op 17 januari 1910 te Leiden. 

Deze inleiding begon met een zeer uitgebreide beschrijving van elektriciteit (4 A4 met 2 kolommen) en later nog eens 32 A4. Deze elektrocultuur zou een uitbreiding zijn van het: spitten en ploegen, stalmest en kunstmest om de teelten rendabeler te maken. Andere middelen werden gezocht om dit te vergroten en hier werden de invloeden der elektriciteit gebruikt, dat de planten, de lucht en de bodem geëlektriseerd werden. De bevordering zou dan bestaan uit: 1) om meerdere opbrengst te krijgen en 2) de oogst te vervroegen en 3) de kwaliteit te verbeteren.  

Wegens ogenschijnlijke resultaten van de elektrocultuurproeven in Engeland en Duitsland die zeer goed bleken te zijn en na een studiereis naar Duitsland om daar een installatie te bezichtigen, heeft hij hier met een bevriende landbouwer gesproken die bereid was een proef te nemen.

De installatie  

De toepassing betrof het spannen van onder stroom staande draden om de groei te stimuleren. Vermoedens bestonden dat door de donkere ontladingen der elektriciteit stikstofverbindingen uit de stikstof der lucht ontstaan.  

Een elektrocultuurinstallatie bestaat uit een zogenaamde influenz-machine, die bij vlugge ronddraaiing in staat is eene kleine hoeveelheid electriciteit van hoge spanning op te wekken. Deze machines bestaan al zeer lang, doch waren alleen geschikt voor scholen en laboratoria. Deze machine wordt door een electromotor of bij gebrek aan eene electrische centrale, gedreven door een hete-luchtmotor van 1/8 paardekracht, waarvan de lucht verhit wordt door eene petroleumlamp. Deze laatste moet om het uur of anderhalf eens worden opgepompt. Het petroleum verbruik van deze lamp is zeer gering en bedraagt nog geen kwart liter per uur. Om te voorkomen dat de motor te warm wordt is er een vat water naast de machine geplaatst, waarvan de inhoud steeds circuleert. Aan de machine bevinden zich 2 knoppen, waarvan de elektrische stroom afgenomen wordt, de zogenaamde positieve en negatieve pool. De draden zijn 1 mm dik.  

Kolkstraat Andijk

Proeven  

De le installatie werd in de Haarlemmermeerpolder gemaakt (dit zal dus 1908 geweest zijn) en nadien nog 4 andere, namelijk te Lisse, Naaldwijk, Andijk en Zuidhom en later een installatie in de proeftuin bij de Rijkstuinbouwschool te Naaldwijk. Hier werd dus eerst gesproken over de bloembollenteelt maar elders werd de elektriciteit bij de plantenteelt op enigszins ruimere schaal alleen bij de groenteteelt toegepast.  

Proeven werden genomen in 1909 te Honselersdijk met tomaten en daarna spinazie en raapstelen.  

De installatie te Andijk moest hoofdzakelijk dienen om vroege aardappelen soorten te vervroegen. Jammer genoeg konden we met het werk niet tijdig klaarkomen, zodat van dit onderdeel geen resultaten vermeld kunnen worden. Ook van het andere kon geen sprake zijn van vergelijkbare getallen, daar er naast het proefveld geen controleveld was. Er viel te constateren dat de opbrengst zeer meeviel en groter was dan de omliggende velden. Vooral bij grote bonen was het verschil in vervroeging opmerkelijk.  

Ook de Heeren te Andijk hebben voor dit jaar (1910) de beste verwachtingen.  

In Zuidhom op het proefveld met aardappelen en een controleveld werd op 23 juli het verschil der toen gerooide aardappelen 40 procent ten voordele van onder de elektrische stroom gegroeide, maar het eindresultaat wees echter slechts een verschil van 6 procent aan.  

Tot slot  

De installatie te Lisse: tot hun grote spijt moeten ze zeggen dat de daar verkregen resultaten wat ze hoopten niet tot verwezenlijking gekomen zijn. De bollen onder het dradennet waren niet groter dan de andere en er moet geloofd worden dat er later nog iets van de invloed van elektrocultuur te zien zal komen. Tot zover de samenvatting van de zeer uitgebreide artikelen in Bloembollencultuur.  

In het Leerboek van 1925 komen al meerdere toepassingen voor: de elektrische verwarming met gaas in witlofbakken, grondontsmetting en vorstvrij houden van aardappelschuren.