Buurtjeshaven: van zee- naar jachthaven
Andijk is geen vissersdorp. Tot het midden van de 19e eeuw was hier alles gras, daarna land- en tuinbouw. Je denkt, bij het noemen van Andijk, dan ook niet zo snel aan vis maar toch kent ons dorp een vissersverleden. Al sinds de 17e eeuw tot ver in de jaren ’30 van de vorige eeuw -net na de voltooiing van de Afsluitdijk- was het haventje van Andijk een echte vissershaven. Het was de thuishaven van de Andijker vissers. En zo nu en dan meerden vissers uit andere plaatsen hier aan om te schuilen voor slecht weer.
De Andijker vissers werden vooral actief zodra de haringtijd voorbij was. Als de zalmen in april naar het noorden trokken werden ze gevolgd door grote scholen kleine vissen. Via de kust van Frankrijk en België kwamen ze bij de zeegaten van Holland om vervolgens met vele honderdduizenden de toenmalige Zuiderzee in te zwemmen. Dat was de ansjovis, een zilverkleurig haringachtig visje van ong. 20 cm. In de Zuiderzeestadjes werden dan de haringnetten verwisseld voor de fijnmazige ansjovisnetten.
In 1887 begon men ook in Andijk met de ansjovisvangst. Simon Broer en Jan Gutter waren de eersten en in 1891 waren er al 50 vletten in zee.
Bij Buurtje, Bakkershoek en Fluithoek was het in het voorjaar zeer bedrijvig. De eerste ansjovis, nog als bijvangst gevangen in de haringnetten door vissers uit Lemmer en andere plaatsen, maakte de Andijkers wakker. Dan hielp men elkaar de vletten over de dijk te brengen. Het was ‘seizoenvisserij’, dus lagen de boten meestal in de polder. Het grootste aantal Andijker vletten is 72 geweest!
De boten hadden AK als letters van registratie en een nummer in de zeilen en op de grote kurken boeien aan de vleet. Er was een haventje bij de‘watermachine’. Men had kleine steigers in zee aangelegd, de palen tussen de zeestenen. Daarop werden de netten gedroogd. Soms voor reparatie door stormschade of schade door bruinvissen die door de netten waren gezwommen.
Bij het toenmalige stoomgemaal (het huidige Poldermuseum) stond de zouterij van de firma Bout Boor uit Huizen. Volop bedrijvigheid in die tijd. Mannen en vrouwen werkten aan lange tafels om de ansjovis te koppen. Deze werd vervolgens in ankers (vaatjes) met zout geperst. De vaatjes werden met behulp van een dommekracht afgesloten met een deksel. Dan gingen ze naar de vemen om een jaartje te rijpen. Het was echt een speculatie-artikel voor de handel. Soms werden ze pas na jaren (zeer duur) verkocht. Ook voor de vissers was de ansjovisvangst redelijk lucratief. Bij een goeie vangst had je zo’n 25 à 30’000 visjes per boot. De prijzen konden variëren van f. 2,50 tot f. 10,00 per 1’000 stuks. Maar er waren ook jaren dat er bijna geen ansjo-
vis werd gevangen.
Toen kwam de Afsluitdijk in 1933 en kon de ansjovis de Zuiderzee niet meer op. De visserij bleef geen vetpot. In de zestiger jaren van de vorige eeuw liep de visvangst drastisch terug. Toen ook nog de zeesla welig begon te tieren en keer op keer de ambachtelijk geknoopte netten beschadigde, werd in 1964 de visserij gestaakt. De Andijkers gingen de bouw op, de vletten werden verkocht en het einde van de ansjovisvisserij was een feit. Het haventje werd nie-
mandsland. Rijkswaterstaat en de gemeente wilden er niets meer van weten en ’t is dan ook grondig verwaarloosd. Een dam met een massa riet, wat netten op een stellage, een bergplaats van kroos. Die paar Andijker vissers die nog actief op het IJsselmeer wilden blijven vissen op o.a. snoekbaars, waren er niet bepaald content mee. Verzoekschriften werden ingediend maar de overheid had meer aandacht voor de tuinbouw, de bollenteelt. Arie Bruin viste vroeger na de winter tot april op (pan)haring en dan tot de Enkhuizer kermis op ansjovis. De zonen Bruin bleven na het dichten van de Afsluitdijk nog doorvissen, maar hun boot lag later noodgedwongen in Medemblik.
Een kleine groep gemotiveerde Andijkers ondernam actie om de haven te redden. Ze richtten watersportvereniging De Kreupel op. Al snel kreeg het idee voor het reconstrueren van de haven voet aan de grond. Nog aan te leggen ligplaatsen werden op voorhand verhuurd. Het hiermee verdiende geld was voldoende om de gedroomde haven ook daadwerkelijk aan te leggen.
In 1974 sloeg het noodlot toe. Een hevige storm richtte veel schade aan. Om de bestaande Buurtjeshaven bescherming te bieden zou een nieuwe dijk gebouwd moeten worden. Daar binnen kon meteen een nieuwe, grotere haven worden aangelegd. WSV De Kreupel en de Gemeente Andijk staken de koppen bij elkaar en richtten samen Stichting Jachthaven Andijk op. In korte tijd wist deze stichting de nieuwe jachthaven te realiseren. Op 23 mei 1981 werd Jachthaven Andijk feestelijk geopend.
En de ansjovis? We kennen deze eigenlijk alleen nog uit blik, afkomstig uit Zuid-Europa. Gezouten in olie zijn ansjovissen een geweldige smaakmaker, maar kenners waarderen ze pas echt wanneer je ze vers op een hoog vuur bakt. Salvador Dalí geeft in zijn erotische kookboek Les Diners de Gala een lustopwekkend recept met ansjovis. Deze gaat met een Franse worst en flink wat tomaten en selderij de oven in. Wellicht de moeite waard om ’s uit te proberen.
Alle hens aan dek van de AK 55,
klaar voor de ansjovisvangst.
Ansjovis ‘doppen’ bij de zouterij
vlakbij het stoomgemaal.
Links een echte ‘jol’, speciaal voor
de ansjovisvangst op de Zuiderzee.
De foto is genomen beoosten de Oosterschool.
Bronnen:
Jaarboek 2018, pagina 33
Jaarboek Oud Andijk 1985, Kistemaker NetWerk, St. Jachthaven Andijk.
Foto’s: verzameling Jacco Mantel en Gerrit de Vries.
Klik hier om uw eigen tekst toe te voegen