André Volten – kunstschilder/beeldhouwer
auteur: redactie
bron: Stichting André Volten, Autobiografie André Volten, Wikipedia, Jaarboek 2019. Met speciale dank aan dhr. H.K. Volten Bovenkarspel. Foto’s: internet
Op 31 oktober 1517 verspreidde kerkhervormer Maarten Luther een document met daarop 95 stellingen. Hierin stelde hij wantoestanden in de katholieke kerk aan de kaak. Deze daad wordt gezien als het begin van de reformatie. Voorvaderen van André Volten waren destijds kanunnik (monnik) in Duitsland en Luthers actie had hun sympathie en steun. Zeer tegen het zere been van paus Leo X en deze ‘Voltens’ werden -evenals vele anderen- daarom verbannen. De Voltens trokken naar Nederland. Omdat zij kennis hadden van de Latijnse taal volgde hier al snel een aanstelling als predikant van de reformatorische kerk.
DE GESCHIEDENIS HERHAALT ZICH Jaren later, de vader van André Volten: Jacob, woonde -samen met zijn ouders, broers en zussen- in Hoorn. Het gezin Volten was arm, het leefde op de rand van de samenleving. Het hele gezin moest meewerken in de sigarenmakerij. Toen hen en andere armen de zitplaatsen in de Noorderkerk in Hoorn werd ontzegd en ze alleen nog maar achter in de kerk in een hoekje staande mochten meeluisteren, was dat voor Jacob genoeg. De ‘anti-kerk kiem’ was gelegd. Ook deze generatie werd toen indirect verbannen, maar nu door de gereformeerde kerk. Het gezin van Jacob (de meeste mensen noemden hem Sam) en Trijntje Boeder, verhuisde naar Andijk. In zijn autobiografie omschrijft André Volten zijn vader als een eenzelvig man, een eenzame idealist, die de consequenties van zijn principiële houding en gedrag lijdend en strijdend onderging. Hij sprak weinig woorden en was altijd aan het werk.
Jacob (Sam) leefde en woonde in het gereformeerde deel van Andijk. Met dat deel van de bevolking had hij alleen het principieel dogmatische gemeen, zij het dat de dogma’s lijnrecht tegen- over elkaar stonden. De verschillende principiële uitgangspunten werden niet gewaardeerd maar wel (h)erkend, niet gewaardeerd maar wel (h)erkend, geaccepteerd en getolereerd. Hij was anders en dat werd toegestaan omdat hij consequent was. Als het seizoen, het weer en de zee het toelieten was hij Zuiderzeevisser met een eenpersoonsroeiboot. Later, na de aanleg van Afsluitdijk, deed hij hetzelfde op het IJsselmeer. ’s Winters maakte Sam sigaren die hij aan de plaatselijke bevolking verkocht. In de zomer leefde hij met de zee en de visvangst, ’s winters trok Sam zich terug in zijn sigarenschuur met z’n viool en zijn boeken.
André Voltens oeuvre droeg in belangrijke mate bij aan de integratie van beeldende kunst in de publieke ruimte. In 1996 kreeg Volten voor zijn werk de belangrijke Oeuvreprijs van het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst. Zijn werken bevinden zich onder andere in de collecties van het Kröller-Müller Museum, het Lehmbruck-Museum in Duisburg, de Kunsthalle Mannheim in Mannheim en het Skulpturenmuseum Glaskasten in Marl.
SOLIDAIR
André Volten bezocht de openbare lagere school in Andijk. Daarna de Rijks Hogere Burgerschool in Enkhuizen en Hoorn. Lastig in die tijd omdat, door solidariteit binnen het gezin, hij verondersteld werd zijn vader te helpen waar en wanneer mogelijk. Voordat André op de fiets naar school ging had hij met hem de netten al opgehaald, als roeier. Dagelijks moesten die netten ook hersteld, schoongemaakt en gedroogd worden. Zo mogelijk hielp André ook daarbij. De vangst moest, als deze tot hun vreugde groot genoeg was, per fiets naar de visafslag in Enkhuizen worden vervoerd. Dat was André’s taak. Later werd dit werk overgenomen door zijn jongere broer Nico. Deze werd ook visser en is in 1972 tijdens de visvangst op het IJsselmeer verdronken, bijna 45 jaar oud.
DE KUNST ALS LEVEN
Na de oorlog werd het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs bezocht (de voorloper van de Rietveldacademie). Daar (en in Amsterdam) heeft André Volten de kunst, de moderne kunst, de moderne beeldende kunst ontdekt en tot op zekere hoogte eigen gemaakt. De kunst als leven.
“Pas veel later” -schrijft hij in zijn autobiografie- “heb ik (nog altijd zonder pretentie, maar wel ietsje anders) voor een klein deeltje in het grote gebeuren van de beeldende kunst mogen deelhebben en deelnemen”.
Tekening: Prins Claus von Amsberg
NDSM
Om vertrouwd te raken met de techniek en het materiaal waarmee hij wilde werken, werd Volten volontair (onbezoldigd medewerker) bij de Nederlandse Dok- en Scheepsbouw Maatschappij. Hij wilde leren lassen en werd metaalbewerker in de werkplaatsen van de scheepswerf. Dit was de aanzet voor de kennis van en eerbied voor het materiaal van zijn latere kunstuitingen. Op de werf heeft hij veel geleerd. Als het werk het toeliet mocht hij voor zichzelf studeren en experimenteren. Het ijzer heeft hem gemaakt, hij was er nauw mee verbonden. Het paste hem ook: het is hard met grote weerstand. Volten was aanvankelijk abstract-expressionistisch schilder maar werd door de periode bij de NDSM non-figuratief beeldhouwer.
RUIMTELIJK BEELDHOUWER
Zijn eerste opdracht kreeg Volten van architect Pierre Cuypers, voor het nieuwe lyceum in Hilversum. Zijn naam werd gevestigd. Gaandeweg werd Volten bekend en steeds meer gevraagd als ruimtelijk beeldhouwer. Vanaf 1953 en zeker na 1954, het jaar waarin hij medeoprichter was van de kunstenaarsgroep Liga Nieuw Beelden, behoorde Volten tot de groep beeldhouwers, die zich intensief bezighield met de rol van de kunst in de openbare ruimte. De groep Liga Nieuw Beelden bestond uit beeldend kunstenaars en een aantal architecten. In feite was het een samengaan van kunstenaars uit diverse stromingen, zoals Cobra, Vrij Beelden, Groep 54 en Creatie. Dit heeft talrijke constructivistische sculpturen opgeleverd in vele steden in Nederland en daarbuiten. Vanaf eind jaren zestig voerde Volten zijn beelden in toenemende mate uit in roestvast staal, vaak ook gebruikte hij graniet en cortenstaal.
PRINS CLAUS
André Volten was dienstweigeraar, net als zijn vader. Vader Sam heeft daarvoor destijds zijn straf moeten uitzitten in fort Spijkerboor. Daar heeft deze zijn latere vrouw Trijntje Boeder ontmoet. Zij bezocht haar broer Jacob, eveneens gedetineerd wegens dienstweigering. Om te voorkomen dat ook hij zou worden vastgezet heeft André Volten langere tijd in Frankrijk gewerkt en gewoond.
Met het Koningshuis onderhield Volten dat h nauwe banden. Hij was een tijdlang lid van de paleiscommissie, die twee keer per jaar een symposium organiseerde in het paleis op de Dam. Volten adviseerde koningin Beatrix over die culturele activiteiten. Doordat hij Beatrix ook advies gaf bij haar hobby beeldhouwen, ontstond een vriendschappelijke band, vooral met Prins Claus. Deze heeft hem zelfs op tekening vereeuwigd. In 1998 kreeg
Volten van de koningin de Eremedaille voor Kunst en Wetenschap in de Huisorde van Oranje. Hij werd later gevraagd om namens het Nederlandse volk een kunstwerk te maken voor Prins Willem-Alexander en zijn vrouw Máxima.
SYMPATHIEK, EERLIJK EN BESCHEIDEN
André Volten was een zeer veelzijdig man die het niet altijd gemakkelijk heeft gehad en ook soms de con-frontatie opzocht vanwege zijn principiële opvattingen. Mensen in zijn naaste omgeving vonden hem sym- pathiek, eerlijk en bescheiden. Werk werd door hem niet gesigneerd. Een filosoof. Niet gehecht aan materieel bezit en geld. In Italië ligt nog steeds twee ton marmer die hij had aangekocht voor een project in opdracht van een gefortuneerde effectenhandelaar. De beurskoersen crashten en de opdrachtgever trok zich terug. Volten schikte zich in zijn lot. Wellicht verdient deze internationaal bekende en gewaardeerde kunstenaar in zijn geboorteplaats Andijk meer dan al- leen een naar hem vernoemd plein.
André Theo Aart Volten overleed op 77-jarige leeftijd. De opdracht om een kunstwerk te vervaardigen ter gelegenheid van het huwelijk van prins Willem-Alexander en Màxima is niet meer voltooid. Zijn as werd voor de kust van Andijk verstrooid.