Andijk 199 jaar een zelfstandige gemeente

auteur: Siem Kieft
bron: jaarboek 2011

Het tweede gemeentehuis, nu Buurtje 7, het eerste is onbekend.

Vanaf welke plaats werd de gemeente in al die jaren bestuurd? 

Het is wel zo dat totdat bij Koninklijk Besluit van 24-05-1816, nr.35, Andijk en Wervershoof per I mei 1817 gescheiden werden. Het was namelijk zo dat Andijk een hoofddorp was toen in 1812 de grenzen van de naburige dorpen door de ‘repartiteurs’ zo geregeld was. 

Andijk is ontstaan uit een aantal buurtschappen aan de Noorderdijk, te weten Bangert, Broekoord, Geuzenbuurt, Krimpen en Munnekei. Het valt tot 1812 onder Lutjebroek, Grootebroek en Bovenkarspel. Toen de kerk in januari 1667 in gebruik werd genomen, waren er al bewoners. Hun gegevens waren daarvoor o.a. in de kerk te Wervershoof via het Westfries Archief in Hoorn op te zoeken. Een genealogie van mij over de familie BURGER begint daar met een huwelijk op 17-01-1666 en zij komen beijde van Aendijck. Dan is er ook nog het archief: van de Municipaliteiten de Steede Grootebroek, Lutjebroek, Hoog- en Bovencarspel. 

Uitgebreide gegevens over de tijd voordat Andijk zelfstandig werd, zijn te vinden in het boek: ‘Groei en Bloei van de geschiedenis van Andijk’ door P. Kistemaker, uitgegeven in 1978 namens de familie Jan Kistemaker. 

De start 

‘Op den 25 December 1811 is uit kracht van en tervoldoening aan de aanschrijving van Mijn Heer de Onder Prefect van het Arrondissement Hoorn, Departement van de Zuiderzee van den 22 December 1811 in de gewoone vergaderplaats geconvoceert de onderstaande Personen, als bij besluit van den Heer Prefect van het Departement van de Zuiderzee, van den 19 December 1811, benoemd zijnde tot Maire, Adjunct en Municipale Raden van de Gemeente Andijk, als namelijk:
tot Maire: Cornelis Veer
Tot adjunct: Pieter Kooyman, Willem Singer, Corns Kooyman, Corns de Boer, Pieter Sijms Kuiper, Jacob Jonker
tot Municipale Raden: Jacob Mooye, Corns Singer, Siem Kieft, Klaas Kooyman Jacob Mol, Jan Willem Groot.
Ten einde te worden beëedigt en geinstalleerd… enz.

Het eerste gemeentehuis 

Er werd van de veronderstelling uitgegaan dat vanaf het begin het raadhuis in het gebouw was dat nu Buurtje 7 is. Uit verschillende documenten blijkt dat dit toen het huisnummer 117 had en toen beslist geen raadhuis was. Op 19-02-1817 overlijdt Cornelis Pieterszn Mantel in het huis no. 117 op 63-jarige leeftijd, geboren 20-05-1753 te Wervershoof, timmermansknecht, zn. van Pieter Mantel en Trijntje Jans Buisman. 3 maal gehuwd met 1. Neeltje Claas Krul; 2. Trijntje Jans Groot en als laatste Cornelisje de Haas, geh. 07-01-1816. Uit de eerste 2 huwelijken 8 kinderen.
Dan blijkt uit het ‘Register van Overgang’ (huizenverkoop) dat zijn zoon Jan Mantel Corneliszn huis no. 117 bij de kerk te Andijk koopt in 1817 van zijn vader Cornelis Psz Mantel overleden zijnde. Hij verkoopt zijn huis op de Boede no. 37 aan Roelof Loots, veeman te Enkhuizen. 

Jan Mantel verkoopt het huis no. 117 “bij vonnis houdende definitieve toewijzing op 08-03-1826 bij den Regtbank houdende te Hoorn en aldaar geregistreerd”. De koper is Albert Uitham, koopman uit Enkhuizen, die verkoopt het huis onderhands op 16-05-1826 aan Aris Doll winkelier, geregistreerd 20-05-1826 te Enkhuizen.
Dan een notariële acte, “Op heden den zesden Julij des Jaars Achtien Honderd en negen en twintig Compareerde voor mij Cornelis Pool, openbaar notaris in het kantoor Grootebroek, District Hoorn, Provincie Noord Holland residerende te Grootebroek en in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen. Aris Jansz Doll, Aannemer van Dijkwerken wonende te Andijk, mij notaris bekend.” Hij verkocht “Een huis geteekend nummer Een honderd zeventienstaande en gelegen op het Buurtje, belend ten oosten Klaas Schuurman en ten Westen de pastorij der Gereformeerde gemeente.”
De kopers waren “De Heeren Maarten van der Meer, Burgemeester, Pieter Kooijman, Jan Willemsz Groot, Jacob Mantel, Klaas Reindersz Kooijman en Jacob Mol, landlieden alle te Andijk woonachtig, uitmakende het College van het Polderbestuur aldaar.” De prijs was fl 700,-.  Gedaan en gepasseerd, te Andijk op het gemeentehuis aldaar. Getuigen Arjen Vriend te Andijk en Jan Huibers te Grootebroek (dus niet in de Krimper). 

Met nog enige aantekeningen uit de notulen van de raadsvergaderingen: 29-08-1818 onderhoud raadhuis fl 30,- en 25-09-1818 Schout te autoriseren tot het kopen van een groen kleed over de tafel in het raadhuis. Er was dus direct al een raadhuis, maar wáár?
Via internet vond ik bij de stilstaande beelden van het Werstfries Arcief in Hoorn een foto van de boerderij bewoond door C. Schuurman, met de vermelding: Het huis in hetwelk in één der kamers de gemeente is gesticht, met eronder geschreven, Totaal verbrand 25-09-1972. Nu Dijkweg 189a.
In het boekje ‘Het vijf-en-zeventig-jarig-bestaan der Gereformeerde Kerk van Andijk’ geschreven in 1912 door R. Prins.
In die boerderij zou “in October en naar vermoeden den 15den dier maand in het jaar 1836” op Andijk een ‘afgescheidene’ Christelijke Gereformeerde gemeente zijn gesticht.
Mijn eerste gedachte was: is dit de gemeente Andijk? Maar hier zal de kerkelijke gemeente mee bedoeld worden.
In het jaartellenboek van Piet Kistemaker vermeldde hij: 1845 Nieuw Raadhuis gebouwd, achter Buurtjeskerk (voorheen raadsvergadering in de Krimper).

En dan staat in het boek ‘De Speelwagen’ 1954, blz. 188-190, een artikel van G. Karsten over Krimpen: In het tweede jaar der Bataafse Vrijheid (1796) vergaderde de Muncipaliteit in de Krimper en ook later, toen in 1812 de gemeente Andijk zelfstandig geworden was, vergaderde de gemeenteraad in de Krimper. Aan het einde is er een woord van dank aan P. Kistemaker voor de gegevens.

Uit het boekje Gemeente Andijk, Dorps- ontvangst en uitgaaf voor 1816 (heb ik in een nalatenschap gevonden): Onderhoud van het raadhuis Uitbetaald dec. 30 aan Jan Schuurman. Onderhoud der stadsgebouwen: Jan Schuurman f 210.-, Corn. Mantel f 100.-, Jacob Beemster f 128.- 4. Dirk Benthuizen f 10.19.1. en P. Kooy f 61.2.-. (welke gebouwen en waar?).
Nu blijft alleen de vraag over: waar werd de administratie uitgevoerd? In de kamer van de boerderij of een ander gebouw of bij iemand in zijn woning? Gezien de vermeldingen over het raadhuis lijkt mij de Krimper niet waarschijnlijk. 

Een nieuw raadhuis 

Uit de beschikbare gegevens zou het tweede raadhuis pas betrokken zijn in 1849, wat blijkt uit de verkoop van het nieuw gebouwde (verbouwde) huis van het polderbestuur aan de gemeente. 

In het archief waren gelijkluidende afschriften aanwezig van een koopcontract tussen het Polderbestuur en het Gemeentebestuur van de Gedeputeerde Staten van 15-11-1849 (dus geen notariële acte), maar ik neem aan dat het al eerder het geval was gezien het volgende: 

De eerste steen aan dit gebouw is gelegd den 31 julij 1845 door Dirk Groot en Marijtje Singer

Er is maar één Marijtje die hiervoor in aanmerking komt, namelijk de dochter van Jan Singer en Marijtje Schuurman, geb. 26- II-1835; haar vader was bestuurslid van het polderbestuur. Dit blijkt uit een officiële akte van 19-11- 1844 van het polderbestuur (die ik in een nalatenschap heb gevonden). 

De eerste steen aan dit gebouw is gelegd den 31 julij 1845 door Dirk Groot en Marijtje Singer

Polderbestuur verklaren verkocht te hebben bij dezen in vollen eigendom en te transporteren aan het gemeente bestuur van Andijk een gedeelte van het polderhuis met het daarbij zijnde erf, staande en gelegen in de gemeente Andijk belend de weduwe H. Blokker ten Westen en de pastorie der hervormde gemeente Sectie A 580. groot | roed 56 el en wel het onderste gedeelte, al de vertrekken uitgezonderd de oostelijke ingang en voorportaal zijnde de gemeenschappelijke ingang en opgang naar de bovenverdieping benevens de westelijke op de navolgende voorwaarden:

Ie gemeentebestuur zal steeds vrij over de gemeenschappelijke ingang naar boven kunnen beschikken.
2e Zolder steeds onder beheer gemeente en door dat bestuur aan de vroedvrouw ten gebruike kunnen afstaan.
3e De kosten van onderhoud wegens het gehele gebouw door de besturen voor de helft moeten worden gedragen en opgedragen aan het gemeentebestuur. Deze koop en verkoop is ingegaan voor eene som van zevenhonderd en vijftig gulden. (Stukken zoals deze, die ouder zijn dan 100 jaar, mogen niet gekopieerd worden.) 

Een omschrijving van dit gebouw vond ik bij de correspondentie over de bouw van het raadhuis in 1962. Dit werd geschreven door mevr. Van Doornik. 

16-10-1962 Het oude raadhuis bewoond door Mevr. Spaander. Een somber huis voor 3 ramen en 2 deuren beneden woonde de vroedvrouw, I brede deur = toegang tot de trap naar kleine overloop 2 grote kamers links de trouwkamer rechts de polderkamer de grootste de trouwkamer en raadsvergaderingen in de winter grote hoge kachel een ‘soldaat’.
Polderkamer werd niet veel gebruikt en nog een kleine zolder. Doordat ik dikwijls voor de juffrouw (mevr. Spaander?) werkte kwam ik vaak in deze woning.
Vrijdag kom ik niet, kan niet meer de trap opgaan. Maar ik hoop dat u nog vele jaren in goede gezondheid een zegen voor de gemeente mogen zijn. Vrouw en kinderen van Mevr. Van Doornik.

Op 2-11-1849 is er een gemengde vergadering met de gemeenten en polderbesturen van Wervershoof en Andijk over het aangegane contract met de Maatschappij Drechterland; daarbij ontvangen ze tezamen fl 4.000,- 3/5 ad fl 2.400,- voor Andijk, fl 1.600,- voor de polder en fl 750,- wordt aangewend voor de koop van het gedeelte polderhuis (raadskamer en woonhuis vroedvrouw) en fl 50,- voor de overdrachtskosten. 

Er is nog veel correspondentie over het oude raadhuis in Grootebroek geweest i.v.m. de kosten die verdeeld werden tussen Grootebroek/Lutjebroek, Andijk, Bovenkarspel en Hoogkarspel. Tevens werd in die berekening ook het gezamenlijke Oudemannen- en Vrouwenhuis betrokken. 

Het secretarie

Secretarie 

In een vergadering op 11-12-1902, toen de nieuwe gemeentesecretaris D. Kooiman benoemd was per 31-10-1902, wordt er over de behoefte aan een lokaliteit voor een Secretarie gesproken en om niet langer bij de Burgemeester in zijn huis de ruimte te gebruiken die hij welwillend en belangeloos beschikbaar stelde (toen werd er al over een nieuw raadhuis gesproken). 

Op 15-12-1902 werd het plan naar voren gebracht en werd er met algemene stemmen besloten tot aankoop van – zo mogelijk onderhands – het in openbare veiling aangekondigde perceel van de Wed. Erven P. Brander Cz aan de Geuzenbuurt ten westen van de Burgemeester zijn woning (nu huis verdwenen, Dijkweg 277, 278) teneinde daarop een gebouw te stichten voor de gemeentesecretaris alsmede voor bewoning voor hem voornoemd, tegen eene tenlaste van dezen komende vergoeding van f 100,- ’s jaars. 

Op 02-01-1903 werd het perceel gekocht voor fl 1.320,- en kwam het per half januari ter beschikking van de gemeente met
fl 1,25 per week tot I mei. De begroting zou +/- fl 5.700,- bedragen, 6 inschrijvingen met als resultaat de hoogste fl 4.800,- van P. Bot uit Wervershoof en de laagste fl 4.360,- van Botman uit Wervershoof die het gegund werd. Door Ged. Staten werd de jaarwedde bepaald op fl 450,- met vrije woning, geschat op fl 150,- en voor het schoonhouden uit te keren fl 50,- per jaar. In 1905 vertrok Kooiman naar een andere gemeente, zijn opvolger werd C. Klomp.

Het oude raadhuis werd bij een publieke verkoping op 28-11-1926 in de Krimper gekocht door mevr. Adriana Johanna Kluvers, wed. van Mr. Alb.J. van Riemsdijk te Hellendoorn, voor fl 2.660,-. Haar zoon F.W. van Riemsdijk, geh. met Emmy Bekienk, was daar notaris maar overleed op 14-11-1928 plotseling in Hardenberg, oud 49 jaar. De volgende notarissen waren Zeevat 10-04-1929 tot 29-01-1936, W. Spaander 01-02- 1936 tot 30-12-1946. Daarna 01-11-1947 notaris Steenpoorte aan de Molenweg. 

Gemeentehuis aan Kleingouw 

In de vergadering van de raad op 18-06- 1920 wordt besloten om de te vervangen Westerschool niet van de hand te doen aan de Bakkersvereniging in Andijk, omdat de gemeentelijke gebouwen misschien geschikt zijn om daarvan een raadhuis in het midden van de gemeente te bouwen. Er is immers een drang om het raadhuis naar het midden te verplaatsen. 

In de vergadering van 16-09-1920 schetst de voorzitter de toestand waarin we ons thans met ons raadhuis bevinden, noemt hij de kosten voor een nieuw te bouwen raadhuis. Dit wordt begroot op fl 15.823,- en benevens fl 1.000,- voor de grond, exclusief het huis voor de concierge.
Er wordt nog uitvoerig over de voor- en nadelen gesproken, maar op 8-10-1920 valt het besluit tot nieuwbouw met 6 stemmen tegen I. Het bestuur van de Banne gaat er ook mee akkoord. Bij de verkoop wordt het oude gebouw getaxeerd om uit te maken welk deel van de koopsom elk der partijen krijgt. Voorts is de Banne bereid in het nieuwe raadhuis een kamer te huren voor fl 200,- per jaar. 

Gemeentehuis aan de Kleingouw, nu nr 34

Op 29-10-1920 komt de plaatsbepaling. Vier leden zijn voor het idee: zuideinde van de Hoekweg op ‘Het Smal’ (een stuk land aan de Kleingouw), de twee overige leden zijn voor het idee: aan het land ‘Aaf Nannes’ iets oostelijker gelegen; en de raming wordt verhoogd tot fl 20.000,- wegens een nieuw plan dat alles meer ruimte biedt. 

28-12-1920: Blijkens grondboringen op het land ‘Aaf Nannes’ is dit de meest geschikte plek en meer midden in de gemeente. Banne is bereid medewerking te verlenen bij de bouw van het raadhuis en eigendommen van het oude raadhuis te verkopen. Na de verkoop zal ieder zijn deel ontvangen. De bouw wordt gegund voor fl 10.675,- aan R. van Doornik uit Enkhuizen. 

Voor glas, schilder- en behangwerk fl 1.146,- aan P. Burger Hz M. Schilders uit Andijk.
Er wordt een geldlening afgesloten van fl 24.000,- (rente 7%).
Het werd opgebouwd uit twee afgebroken scholen, reeds meer dan 55 jaar oud, met als nieuw materiaal voor fl 300,-.
Al spoedig na de ingebruikname waren er op 22-03-1922 al verschillende ernstige gebreken en ‘goedkoop’ bleek duurkoop.
De eerste steen werd gelegd op 09-09-1921 door den oudsten inwoner 92 jaar van Andijk E. de Vries.
Het oude raadhuis werd in 1962 gekocht door fam. Nijdam. Het woonhuis van hen werd geruild met de gemeentebode die daar per 01- 01-1963 is gaan wonen. 

Officiële ingebruikname nieuwe raadhuis aan de Kleingouw 

De eerste vergadering werd er op 01-02-1922 gehouden, maar de raadszaal was nog niet klaar en er werd vergaderd in een hulplokaal. Gecombineerde raadsvergadering 22-03-1922 en vergadering van het Bannebestuur i.v.m. de opening van het raadhuis. De voorzitter begint zijn rede met de terugblik op 14 januari 1916.
Toen wij ’s morgens de verwoesting konden aanschouwen aan onze zeedijk, die de nacht door een hevig storm aangebracht was. Niemand was zich toen niet bewust wat de gevolgen hiervan voor ons dorp zouden zijn. 

Gemeentehuis 1962, met burgemeesterswoning

Het laatste raadhuis 

Op 28-05-1937 werd het eerste besluit genomen voor een nieuw raadhuis, maar door Ged. Staten N.H. wegens de slechte financiële situatie afgewezen en op de lange baan geschoven. 

Maar op 05-06-1948 grondaankoop voor de bouw en in 1950 bouwrijp.
Het oude gebouw werd toen omschreven: De Burgemeesters kamer kaal – langgerekt en ongezellig 2 x 3.5 m2. Secretaris kamer bijzonder ongeschikt voor geheimschrijver’ der gemeente. Secretarie 5 bureaus daarachter groot aantal ambtenaren zeer onrustig. Raadszaal kaal zinloos vertrek. Toilet ‘Tart elke beschrijving’. Oud en verfloos. Boven 2 kamers voor gemeente architect en ontvanger met het archief en boven nog een zolder. 

Op 29-06-1955 vond de eerste bespreking over het ontwerp en de plaats van een nieuw gemeentehuis plaats. 

Op 23-09-1955 besloot de raad wederom tot de bouw van een nieuw gemeentehuis; de goedkeuring van Ged. Staten in april 1957 tot een bedrag van fl 300.000; urgentie wordt erkend maar met een wachttijd van 20 jaar. In dat jaar vond de eerste bespreking voor het ontwerp plaats in samenwerking met de stedenbouwkundige Fledderus uit Enkhuizen en architect Van der Zee uit Bolsward, die het naastgelegen bejaardencentrum zou ontwerpen en in overleg met B&W op de hoek Middenweg/ Kleingouw met een verhoogd raadhuisplein. 

28-09-1960 – een brief naar de minister met verwijzing naar de brief van begin 1960 en na 8 maanden verstreken en nog geen goedkeuring.

19-10-1960 – een brief Provinciaalbestuur Noord Holland: alsnog zal rijksgoedkeuring worden verleend nadat de aanbesteding heeft plaatsgehad met een machtiging geraamd fl 300.000. 

28-11-1960 – bestek en voorwaarden voor raadhuis met toren, rijwielstalling + bijbehorende werken terrein aan de Middenweg en Kleingouw in de Gemeente Andijk-Centrum van de Directie Jos de Jonge en Leo de Jonge H.B.O. Architecten B.N.A. en medewerkers M.L. Dorst en G. Bontebal, Schiekade te Rotterdam (bestek boekwerk van 63 blz.).
De begroting kwam uit op fl 361.000, maar er was afgesproken dat alle onderdelen van de bouw met onderhandse aanbestedingen plaats zouden vinden. Wegens de opgedane ervaringen met de Fa. J.Th. en J.P. Botman uit Andijk en Wervershoof bleven zij met hun bedrag beneden de begroting van het architectenbureau, namelijk voor fl 256.875 (exclusief verwarming).
Per onderdeel waren er vele inschrijvingen waar Andijker bedrijven en bedrijven uit de regio ook aan deel hebben genomen. Enkele inschrijvingen: 

Centrale verwarmingsinstallatie en vuilwaterpomp: 3 inschrijvingen gegund aan fa. S.R.Waaijer, Enkhuizen fl 16.987 en fl 3.125,-.
Stalen ramen: Constructiebedrijf en machinefabriek Alta te Den Haag, fl 29.050. Natuursteenwerken: Dapper en Harder fl 53.220.
Elektrische installatie: 3 inschrijvingen, P. Bakker Andijk fl 10.505. 

De opening

29-02-1962 – Er was al enkele maanden gewerkt voor de officiële opening en toen bleek er al behoefte aan een scheidingswand tussen de afd. Financiën en Algemene Zaken. 

De officiële opening vond plaats op 18-10-1962, door de Commissaris der Koningin, Dr. M.J. Prinsen. Hiervoor werden 70 personen en 3 instanties met hun medewerkers uitgenodigd. De volgende dag werden er 46 verenigingen en bedrijven uitgenodigd voor bezichtiging van het nieuwe raadhuis.
In het krantenartikel werd nog eens uitgebreid ingegaan op de vele (± 15) verbeteringen en veranderingen die er in het jaar 1962 plaatsvonden en nog afgewerkt werden in het nieuwe raadhuis. 

Gemeentehuis met eerste uitbreiding

Uitbreiding no. I

In de raadsvergadering van 20-01-1980 werd er een voorbereidingsbesluit genomen ten behoeve van een uitbreiding, wegens toenemende overheidstaken met als gevolg personeelsuitbreiding. Hiervoor werd op 26- 02-1980 een krediet van fl 25.000 verstrekt door Gedeputeerde Staten. Op 20-01-1981 werd er een voorlichtingsbijeenkomst met tekeningen en een maquette gehouden.
In de raadsvergadering van 18-02-1982 vindt er een inschrijving plaats. Drie bedrijven schrijven hierop in en de gunning op 07-04-1982 viel toe aan Scholtens Bouwbedrijf na goedkeuring op 13-04-1982 door Gedeputeerde Staten. Er werd een bouwcommissie samengesteld op 23-04-1982 van 8 personen onder voorzitterschap van burgemeester W. Veldhuizen.
De eerste paal werd op 14-05-1982 door mevr. G.Veldhuizen geslagen. 

Bij het begin van de heiwerkzaamheden voor de uitbreiding bleek de gevelbekleding slecht bevestigd en ter voorkoming van ongevallen moesten er nieuwe ankers aangebracht worden: kosten fl 72.461. De totale kosten bedroegen fl 1.034.481, met een bouwkrediet van fl 1.058.208. Resultaat restantkrediet fl 23.727. 

Voor de opening op 11-02-1983 werden 92 uitnodigingen verzonden.
De opening werd verricht door burgemeester W.Veldhuizen. Er waren toespraken door mevr. G.Veldhuizen-Veenendaal en wethouder Sijm.

Uitbreiding no. 2

In de raadsvergadering van 04-07-1994 wordt weer over een uitbreiding gesproken met een voorstel tot opheffing van de reserve voor een bibliotheek, wat medio 1993 ter sprake is geweest en nu blijkt dit als onhaalbaar te worden beschouwd. De reservering hiervoor was fl 874.250; voorgesteld wordt 40% hiervan (fl 374.000) voor de uitbreiding te bestemmen. Toen al werd er gesproken over gemeentelijke herindeling, maar e.e.a. zou toch minstens nog 10 jaar vergen.

De kosten voor verbouwing en uitbreiding zouden tussen fl 2.500.000 en fl 3.000.000 bedragen.
In de rubriek Stad en Streek van het Noordhollands Dagblad staat een artikel over de peiling van bezoekers in het raadhuis. Tevens is er een boekwerk van 20 pagina’s van het Sociaal Wetenschappelijk Bureau over het belang van deze uitbreiding.
Er worden 3 inschrijvingen gedaan, waarvan de opdracht op 01-04-1991 naar A. Nieuweboer gaat. De begroting mag niet meer dan fl 3.000.000 bedragen.

Na de aanbestedingen wordt Scholtens Bouwbedrijf wederom de uitvoerder: op 27- 06-1997 voor een bedrag van fl 2.081.000 de goedkeuring van de Gedeputeerde Staten.
Overeenkomst met Scholtens per 19-08-1997 voor fl 1.930.000 + BTW fl 2.267.750.
le Oplevering 01-07-1998, 2e 20-11-1998. 

Het vermelden waard is nog wel het slaan van de eerste paal op 07-10-1997 door J.P.J. Groot, de gemeentesecretaris.

Ruiter te paard is uitgebeeld door vertegenwoordigers van Ruitervereniging Alto. De officiële opening op 09-07-1998 werd verricht door burgemeester W. Veldhuizen.

Hoort hier, hoort hier
Heden 7 oktober 1997 ben ik hier gekomen als ruiter van Andijk
Om u kond te doen van het feit dat de eerste paal Van de uitbreiding van het gemeentehuis
Op zijn geboortedag zal worden geslagen door de heer Jaap Groot
Hij zal de handeling nu voltrekken Zegt het voort, zegt het voort

Gemeentehuis anno 2010

Van de foto’s in dit artikel is de herkomst niet meer te achterhalen. Mocht je in het bezit zijn van een originele foto van betere kwaliteit, dan zouden we deze graag ontvangen. Natuurlijk willen we altijd de na(a)m(en) toevoegen van de eigenaar van de foto.