De naaister en de dienstmeid
auteur: Jaap L. van de Gruiter
bron: jaarboek 2022, Westfries Archief, Oud-Notarieel Archief
Huwelijkregistratie van Jan en Geert 2 maart 1727. Bron openarchieven
Jan Cornelisz. Ackerman en Marij Maartens, een naaster kwamen beide uit Andijk en ze waren verloofd. Om hun liefde te bevestigen, besloten ze te trouwen. Rond kerst 1725 ging Jan met zijn achterneef Dirk Jansz Suijker naar de secretaris van Grootebroek om het huwelijk aan te kondigen. Helaas kon de secretaris dit nog niet goedkeuren. Jan had toestemming van zijn voogden nodig voordat hij mocht trouwen. Maar dat zou vast wel goed komen. Ze waren immers al verloofd. Helaas, voor Marij kwam het niet goed.
Ruim een jaar later, in januari 1727, was ze nog steeds niet met Jan getrouwd. En het leek erop dat het van hem ook niet meer zo erg hoefde. Jan had ondertussen een leuk dienstmeisje ontmoet. Om hem aan zijn trouwbelofte te houden moest Marij bewijs verzamelen dat kon worden gebruikt in een rechtszaak. Een aantal mensen waren bereid om voor de notaris te getuigen dat Marij en Jan verloofd waren. Blijkbaar hadden Marij en Jan hun trouwbeloften niet schriftelijk vastgelegd. Dat maakte het moeilijk om te bewijzen dat ze die daadwerkelijk hadden uitgewisseld. Trouwbeloften waren in de 18e eeuw bindend, had je deze uitgewisseld dan moesten die ook worden nagekomen. Wanneer een trouwbelofte eenzijdig werd verbroken, dan kon de zaak voor de rechtbank komen en kon men tot een huwelijk gedwongen worden. Maar het was vaak moeilijk om aan te tonen dat er een trouwbelofte was gemaakt, want die werden lang niet altijd schriftelijk vastgelegd. Marij Maartens had dit ook niet gedaan en met de gevolgen daarvan kreeg ze in de winter van 1727 te maken.
Op 31 januari 1727 vercshenen voor notaris Laenman in Bovenkarspel, Dirk Jansz. Suijker en Claas Suijverts. Zij getuigden op verzoek van Marij Maartens, alias Marij de Naijster. Dirk en Claas woonden “op Crimpen aan de Noorderdijk onder Lutjebroek”, een buurt op Andijk-West. Andijk was geen zelfstandig dorp en viel gerechtelijk onder Lutjebroek, Grootebroek en Bovenkarspel. Dirk en Claas legden een getuigenis af over Jan Cornelisz Ackerman die woonde op de Geuzenbuurt in Andijk.
Dirk Suijker verklaarde dat zijn dochter, op dezelfde dat dat hij en Jan Ackerman de secretaris van Grootebroek bezochten, met nog een aantal vrouwen in het huis van Marij Maartens was. De dochter van Dirk was er bij toen Jan Ackerman terug kwam uit Grootebroek. Zij hoorde Jan zeggen dat hij Marij Maartens “noit soude verlaten tot in der eeuwigheijt”. Claas Sijverts verklaarde dat hij Jan Ackerman verschillende malen had horen zeggen dat hij zich verloofd had met Marij. Volgens Claas had Jan ook gezegd dat hij Marij “noit soude verlaten al stond er iemand met een swaart boven zijn hooft”. Claas had Jan en Marij beide horen zeggen dat zij met elkaar verloofd waren, zowel voor als na het bezoek van Jan en Dirk aan de secretaris van Grootebroek.
Maar al deze beloften werden blijkbaar door Jan Ackerman niet nageleefd. Ruim een jaar na het bezoek van Jan aan de secretaris van Grootebroek was Marij nog steeds niet met hem getrouwd. Marij liet het er niet bij zitten. De getuigenissen konden worden gebruikt bij de rechtszaak. En Marij liet nog een akte opmaken, op dezelfde dag als de eerste akte. Uit deze akte blijkt dat Jan zich had verloofd met een andere vrouw: dienst- meid Geert Gerrits. In de akte machtigde Marij de notaris en procureur van Grootebroek om namens haar een verbod te bewerkstelligen tegen het voorgenomen huwelijk van Jan en Geert. Marij leek er alles aan te willen doen om Jan aan zijn belofte te houden.
Maar Marij kreeg helaas geen gelijk. Wellicht was haar bewijs niet overtuigend genoeg.
Op 2 maart 1727, ruim een maand na het opstellen van de notariële aktes door Marij, trouwde Jan met Geert Gerrits. In januari 1729 werd in Andijk hun zoontje Crelis geboren. Lang heeft het huwelijksgeluk van Jan en Geert niet mogen duren. Jan overleed in augustus 1731.