Oud-Andijker in beeld: Piet Schenk 1930-2012

auteur: Jaap Meyles
bron: Jaarboek 2018

P.K. Schenk 1930-2012

Piet Schenk, zoon van bollenteler Willem Schenk Pzn (Willem ‘Onderdak’) en Jantje Vriend Kd., zag het niet zo zitten om zijn vader op te volgen in het  bedrijf. In plaats van het telen van tulpen, lelies en gladiolen ging hij liever doorleren. De directie van de lagere school en zijn vader speelden hierbij een belangrijke stimulerende rol.

Fytopathologie 

Na de lagere school werd dan ook de HBS in Enkhuizen doorlopen. In 1948 volgde de studie fytopathologie (plantenziektenkunde) aan de toenmalige Landbouwhogeschool, het huidige Wageningen UR (University & Research centre). De keuze voor plantenziekten werd bewust gemaakt. Aan het eind van zijn studie liep Schenk stage op het Laboratorium voor Bloembollenonderzoek (het LBO) in Lisse en hij deed daar mee aan meerdere onderzoeken. Na zijn  afstuderen in 1953 moest Schenk zijn militaire dienstplicht vervullen. In 1954 trouwde hij met Gerda Klumpenhouwer, het echtpaar vestigde zich in Sassenheim.  

Brandziekte in gladiolen

Na zijn diensttijd kon Piet Schenk beginnen als onderzoeker verbonden aan het LBO. Dit laboratorium is in 1920 opgericht als afdeling van de Landbouwhogeschool in Wageningen en medegefinancierd door de Koninklijke Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur (KAVB). Een groot deel van het toenmalige werk was het promotieonderzoek: de bestrijding van de brandziekte in gladiolen (Urocystis gladiolicola). Het proefschrift dat hierover werd geschreven was nodig ter verkrijging van de graad van doctor in de landbouwkunde. De brandziekte was toen reeds aanwezig maar er was weinig over bekend. Deze schimmelziekte nam een steeds grotere vorm aan met o.a. als gevolg dat er niet langer gladiolen mochten worden geëxporteerd. Een gedegen onderzoek en de bestrijding van deze ziekte waren dan ook dringend gewenst. In 1961 promoveerde Piet Schenk op dit onderwerp. In 1962 werd hij, als zeer jonge Wageningse doctor, directeur van het laboratorium. In die functie was Schenk ook buitengewoon hoogleraar in Wageningen waar hij verschillende colleges gaf in fytopathologie. 

Het spreken op bijeenkomsten van bloembollentelers over de ziekteproblemen in de diverse teelten en het werk van het laboratorium was regelmatig aan de orde. Ook de Andijker bollentelers waren dan vaak aanwezig om hun kennis te vergroten. Enkele artikelen over onderzoek dat Schenk in bloembollen heeft gedaan zijn: 

  • Warmwaterbehandeling van gladiolenkralen 
  • Hardrot van Gladiolen, veroorzaakt door Septoria gladioli
  • Geschiktheid van verschillende geografische gebieden voor bloembollencultuur

Verder staan er meerdere Engelstalige publicaties op zijn naam.

Broeischijf voor tulpen

Schenk kwam op het idee om een broeischijf voor tulpen te maken waarmee bepalen van het tijdschema voor het prepareren van tulpen makkelijker werd. Wim Granneman uit Hillegom, medewerker bij het Bloembollen Research Centrum, ontwikkelde deze schijf.  

Laboratorium voor bloembollenonderzoek

Schenk vormde de structuur van het LBO om tot drie onderzoeksafdelingen die tot 1987 hebben bestaan. Ook is dankzij hem meer samenwerking tussen andere instituten en het LBO tot stand gekomen. In 1978 neemt prof. dr. ir. P.K. Schenk afscheid van het Laboratorium voor Bloembollenonderzoek omdat hij directeur wordt van het landbouwonderwijs van het ministerie van Landbouw en Visserij. In 2001 wordt het agrarisch onderzoek verzelfstandigd (los van het ministerie) en wordt dan ‘Praktijkonderzoek Plant en Omgeving’ (PPO). Dit maakt deel uit van de Plant Sciences Groep van Wageningen UR. Tot op heden is dat nog steeds het geval. 

Bij zijn aantreden op het ministerie was er met het landbouwonderwijs veel aan de hand. In de 20e eeuw was het landbouwonderwijs in Nederland zeer sterk in ontwikkeling. Er ontstonden drie lagen: het hoger, middelbaar  en lager onderwijs, en dit onderwijs was sterk gericht op de praktijk. De vraag werd dan ook wel gesteld of het O.V.O. drieluik (Onderwijs, Voorlichting en Onderzoek) niet de basis was voor het succes van de Nederlandse land en tuinbouw. Agrarische ondernemers waren vaak bestuurders van de ’standsorganisaties’ die heel lang de dienst uit maakten. Ze waren gewend adequaat te reageren op veranderingen en gingen vaak en snel nieuwe zaken aan. Maar de ontwikkelingen gingen door.

Politieke inzichten bepaalden sterk de uitvoering en organisatie van het onderwijs. Bezuinigingen waren aan de orde van de dag, het ‘groene onderwijs’ was erg in opkomst, in de landbouw ging het minder goed en er was ook minder belangstelling voor. Het gevolg: minder leerlingen op het onderwijs. Scholen werden grote gemeenschappen, verdwenen of fuseerden. En hier was Piet Schenk in zijn tijd als directeur van het landbouwonderwijs veel bij betrokken. Ook bij het openen van de nieuwe Rijks Middelbare Tuinbouwschool in Hoorn -in 1984 geopend door Prins Claus- was Schenk aanwezig.

Opening RMTS-Hoorn 1984

Skal keurmerk

Een grote klus voor Schenk was de ‘SKAL biocontrole’. Dit orgaan zet zich in als toezichthouder voor aantoonbare betrouwbaarheid van biologische producten in Nederland en is daartoe aangewezen door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Het werd in 1985 opgericht onder de naam S.E.C. (Stichting Ekomerk Controle) en opereert later onder de naam SKAL. Het toezicht van SKAL bestaat uit inspecties ter plekke van het bedrijf en administratie, monsternames ter analyse, beoordeling leidend tot certificatie dan wel het opleggen van sancties in geval van overtreding. De Europese overheid bepaalt de regels. De afgifte van een SKAL keurmerk draagt bij aan de aantoonbare betrouwbaarheid van de biologische sector.  

Evolutietheorie

Maatschappelijke betrokkenheid had hij van vader Willem Schenk meegekregen en daar handelde hij ook naar. Zijn hele leven is Schenk bezig geweest met godsdienst- en geloofsvragen. Op veel plaatsen in het land gaf hij lezingen over de evolutietheorie. Ook hier in Andijk had hij de leden van de toenmalige NCVB (Nederlands Christen Vrouwen Bond) onder zijn gehoor. Ook na zijn pensionering en verhuizing naar Vleuten bleef Schenk nog op vele fronten actief. Betrokken bij het Rode Kruis, de Historische Vereniging Vleuten en meerdere gespreksgroepen. Naast zijn drukke werkzaamheden was Schenk altijd sterk betrokken bij zijn naaste familie: zijn drie dochters, zoon en zes kleinkinderen.

Oud-Andijker prof.dr.ir. P.K. Schenk is 10 juli 2012 overleden. 

Met dank aan: 

Mw. G. Schenk-Klumpenhouwer, Peter Vink (mede-onderzoeker LBO), SKAL en Ministerie van Economische Zaken.  

Foto’s: mw. G. Schenk, dhr. Vink en dhr. Klinkenberg (Clusius College)