Wopke Feenstra, dorpsomroeper

auteur: Redactie met dank aan Rienk Feenstra
bron: Jaarboek 2017 / foto’s: verzameling Jacco Mantel

Wopke Feenstra in 1968 kloetend in de Hoeksloot

In de columns waarin Theo Koomen over zijn geliefde West-Friesland schreef, wordt hij al vermeld: Wopke Feenstra. In vloeiend Wervershoofs schrijft Koomen: Och gort, iniens doemt die man uit Andoik nou in m’n geist op. Deur ’t iene of are ongeluk, gelouf ik, was ie z’n rechterhand kwoit raakt en ’n smid (zeede we onder mekaar) had een oizeren haak in z’n arm skroefd. An die haak bengelde ’n mand vol knoipers, spelde, zeep en zeemlere lappe, en deermee ging ie de hort op: ‘Wat denk je Trien, hew je nag wat van m’n nodeg?’

Wopke Feenstra is in 1904 geboren in Metslawier. Vanwege een tekort aan werk in Friesland is hij samen met zijn broer naar Andijk gekomen en werkte hier als losse arbeider op het land. Hij trouwde met Niesje de Boer uit Broek op Langedijk. Hun eerste huis was een gedeelte van een boerderij, de voormalige tweede pastorie van de Gereformeerde kerk aan de Dijkweg. Deze stond vlakbij het Palingpadje. Daarna zijn ze naar het Kerkepad verhuisd, ze bewoonden het achterste gedeelte van (alweer) de pastorie naast de Hervormde kerk. Het derde huis stond achter slagerij Groot, aan het zogenaamde Bokkenpad. Daar woonden ze in de 4Kronen. 

In die tijd kreeg Feenstra last van een aandoening in de pols waarbij de middelste zenuw bekneld is, het carpaal tunnel syndroom, en hij kon daardoor zijn hand slecht gebruiken. In 1942 was deze aandoening dermate ernstig dat hij hieraan moest worden geopereerd. De operatie werd uitgevoerd in het Snouck van Loosen Ziekenhuis in Enkhuizen en doordat het verband te stijf was aangelegd is zijn arm afgekneld en bleek niet meer te redden. Door dit ongeval is hij in  één nacht grijs geworden. Vanaf dat moment moest hij leren leven met een prothese. Hij had een haak, maar ook een kunsthand waarvan de duim  beweegbaar was. En daar zit je dan met een gezin van zeven kinderen. Werken was niet langer mogelijk want het land kon hij niet meer op. 

Buurman slager Groot had wel interesse in hem als omroeper. Het kwam voor dat er onverwacht vee werd geslacht (bijv. van een verongelukte koe) en dat moest dan snel worden verkocht. Het zogenaamde vrijbankvlees. Een uitgelezen kans om aan een voordelig stukje vlees te komen. Feenstra ging dan op de fiets door Andijk en gebruikte een bel om zich aan te kondigen en een hoorn zodat hij goed was te verstaan. Hoort zegt ’t voort. Voor deze activiteit werd Feenstra in natura betaald: met vlees. Vooral in de Tweede Wereldoorlog een goede aanvulling in die tijd van schaarste. 

 

Er moest brood op de plank komen. Feenstra haalde zijn Middenstands diploma en begon een winkeltje. Hij verkocht daar huishoudelijke- en  schoonmaakmiddelen. In een van de ‘duiventillen’ aan de Hoekweg, waar het gezin Feenstra later woonde, had hij ook een winkeltje aan huis. Meerdere huizen op de Hoekweg hadden een bloemennaam en voor dat van Feenstra had deze, met het oog op zijn winkeltje, de passende naam ‘Vergeetmijniet’ aangevraagd. De naam werd er met sierlijke letters opgeschilderd door Piet Bijleveld. Naast zijn winkelnering reed Feenstra door Andijk met een bakfiets met daarop een vat petroleum voor de verkoop. Omdat dit geen vetpot was ging Feenstra ook op de fiets, met een aanhangwagentje erachter, helemaal naar de Wieringermeer.  

Daar verkocht hij zeep en borstels e.d. Met één hand is het moeilijk en zwaar fietsen en daarom liet hij het aanhangwagentje soms bij een boer achter om dit een volgende keer weer op te halen. Tot 1957 heeft Feenstra petroleum verkocht, ook werd in dat jaar het winkeltje gesloten. Hij kwam terecht bij een sociale werkplaats in Hoorn. 

Ondanks zijn handicap kon Wopke Feenstra zich goed redden. Sigaretten draaide hij met behulp van een speciaal doosje. Kloeten met de schuit en vissen gingen ook best. Veel snoeken moesten in hem hun meerdere erkennen. Ook timmeren ging hem goed af. Menig schuurtje verrees er aan de Hoekweg en zelfs een schuitenhok. Het omroepen heeft Feenstra tot 1962 volgehouden. Het ‘optreden’ tijdens een dorpsactie was zijn laatste activiteit op dat gebied. De laatste maanden van zijn leven verbleef Feenstra in verzorgingshuis Sorghvliet waar hij in 1974 aan de gevolgen van een longontsteking is overleden.

De Friezen hadden destijds een eigen club in Andijk. 

Op de foto v.l.n.r.: Johannes Feenstra, Wop Feenstra, Joh. de Boer, L. Nijholt (St. Nicolaasga), J. Nijholt (St. Nicolaasga) en P. Feenstra. 

Te werk gestelde werklozen bezig met het graven van de parallel tussen De Weed en het Schoolpad.

Op de foto: J. Mook, Pieter Postma, W. Hoekstra, W. Meyles, L. Goudsblom, Wop Feenstra, Pier Postma, J.J. Bakker en G.J. Bakker.