Familie Volten

auteur: Peter Zwijnenberg
bron: Jaarboek 2015

Huis van de familie Volten te Andijk (foto P.Th. Zwijnenberg, Heiloo)

Het was 1943, dus midden in de oorlogsjaren waarbij het, ondanks dat we in het landelijke dorp Heiloo woonden, niet altijd vetpot was. Gelukkig was mijn vader goed bevriend met de in Andijk wonende familie Volten die in een klein huisje pal achter de dijk van het IJsselmeer woonde. De Voltens waren een gezin die van de visserij leefden dus was een bezoek aan Andijk altijd goed voor een maaltje verse vis. Voor mij als jongen van 6 jaar had die aardige familie Vol- ten nog een bijkomend voordeel, namelijk hun roeiboot die achter het huis lag en waarmee ik door de slootjes kon varen maar, nog veel spannender, hun visboot, de ‘AK8’, die in een soort haventje, bestaande uit grote keistenen, in het IJsselmeer lag.

In de avondschemering met de ‘AK8′ uitvaren en de netten uitgooien was een belevenis! Ik herinner me van een zo’n tocht dat vader Vol- ten en zoon Nico tijdens het overboord zetten van de netten plotseling begonnen te vloeken en over de rand van de boot hingen om ‘iets’ te verwijderen wat blijkbaar in hun net hing. Wat het was? Ik dacht even dat ik een hand zag maar dat kan, achteraf gezien, net zo goed de hand van een van de Voltens zijn geweest, maar nogal vreemd was dat mijn vader me toen snel naar zich toe trok en mijn gezicht in zijn jas drukte totdat ‘het voorbij was’ en daarbij de woorden sprak:”Zo, het is over.” Nu, 65 jaar later, bedenk ik mij dat het best wel eens heeft kunnen gaan om een aangespoeld lichaam of een deel ervan, want in die oorlogsjaren zijn er toen heel wat aangeschoten vliegtuigen in het IJsselmeer neergestort.

Vader Volten, zoon Nico en Peter Zwijnenberg in de ‘AK8’

Augustus 1943: Peter en mama Zwijnenberg in de ‘AK8’

‘Bloemenstalletje Leidseplein’, André Volten A’dam juni 1946 (bezit Peter Zwijnenberg)

In het bovenstaande beschreef ik de vissersfamilie Volten uit Andijk waar ons gezin in de ‘hongerige’ oorlogsjaren altijd gul werd onthaald op vers gevangen vis. ‘De vissers’ bestonden uit vader Volten en zoon Nico (zie foto), terwijl zoon André Volten, als beginnend kunstenaar, prachtig kon schilderen en menig schilderij vervaardigde waarvan mijn vader er toen, waarschijnlijk ’ter compensatie van de genoten gastvrijheid en meegekregen vis’, zo af en toe een kocht. Een tweetal daarvan is nog altijd in het bezit van broer Eric, terwijl André’s ‘Bloemenstalletje’, voorstellende de bij Amsterdammers overbekende bloemenstal op het Kleine Gartmanplantsoen (pal tegen de Stadsschouwburg) in mijn bezit is.

Dat het ‘zwarte schaap’ van de familie het thuis als ‘kunstenaar’ in plaats van visser niet makkelijk had, moge duidelijk zijn, maar André zette door en werd, mede doordat hij de schilderkunst verruilde voor monumentale staalconstructies en in een later stadium kunstwerken uit graniet, een van Nederlands beroemdste kunstenaars werd en kind aan huis was in paleis Huis ten Bosch waar hij in 1998 door prins Claus en koningin Beatrix de Eremedaille voor Kunst en Wetenschap kreeg uitgereikt. Maar voor het zover was leefde André (net als alle kunstenaars begin jaren 50) op de rand van armoede.

Landschap te Andijk 1943 (bezit Peter Zwijnenberg)

Stilleven met eenden, kruik en visnetten 1944 (bezit Peter Zwijnenberg)

Het moet ergens begin jaren 50 zijn geweest (wij woonden toen al in Amsterdam) toen een sjofel geklede en hongerig uitziende man bij ons aanbelde en zachtjes vroeg of wij soms wat te eten voor hem en zijn vrouw hadden. Ondanks zijn verwaarloosde baard (mijn ouders waren op dat moment niet thuis) herkende ik André onmiddellijk en gaf hem met mijn herinnering aan Andijk in de oorlogsjaren en niet op de laatste plaats onze vriendschap waarbij hij mij tijdens ons bezoek aan Andijk soms meenam naar een vriend, een zekere Jaap Gorter (niet te geloven dat die naam me na 66 jaar opeens te binnen schiet), die over een enorme verzameling lucifersmerken beschikte met gulle hand alles wat ik op dat moment in huis aan etenswaren kon vinden. Ik leegde broodtrommel, fruitschaal en zelfs het koektrommeltje, waarop mijn moeder bij thuiskomst opmerkte dat het ‘wel weer oorlogstijd leek’, maar de goedkeurende blik waarmee ze mij toen aankeek, sprak boekdelen. Of mijn ouders toen nog geprobeerd hebben om het Amsterdamse onderkomen van André en zijn, waarschijnlijk vroeg gestorven (?), grote liefde “Petertje” (ja, zo was haar naam) op te sporen teneinde hen ook financieel iets toe te stoppen, weet ik helaas niet en dat spijt me nog altijd heel erg. 

Volgens Wikipedia werd André op 19 maart 1925 te Andijk geboren en overleed hij op 77-jarige leeftijd te Amsterdam op 5 september 2002. In Utrecht blijkt er een André Voltenlaan te bestaan en sinds enige jaren nu ook in Andijk een André Voltenplein. Tevens zijn er boeken over hem geschreven. Best mogelijk dat het bestaan van ‘Het Amsterdamse bloemenstalletje’ bij niemand bekend is en ik dus ‘een geheim’ koester.


Tot slot: Het moet ongetwijfeld weer eens worden gerangschikt onder het door mij en mijn broer Eric steeds vaker genoemde “gearrangeerd toeval”, toen ik op die regenachtige dag van 23 november 2012 achter mijn laptop zat en opeens een ingeving kreeg om op Google “Andijk 1943” in te typen en vervolgens van de ene verbazing in de andere viel toen bleek dat er inmiddels diverse boekjes met oude ansichten over Andijk het licht hadden gezien. Uitgever Chris Kistemaker die het werk van zijn vader had voortgezet, stuurde ik vervolgens een e-mail met de vraag of er van het huisje van de familie Volten (zie afb. I van bovenstaand verhaal) ooit iets was gepubliceerd. Het antwoord van Chris bracht me compleet in verwarring toen hij refereerde aan deel 3 van het boekje “Andijk in beeld” met op blz. 108… (niet te geloven) de ooit door mijn vader genomen foto van het huis achter de oude zeedijk! 

Jammer dat ik toen als 6-jarig knulletje nog zo klein was en pas nu (door het uitvergroten van bovenstaande foto) kan bewijzen dat ik ‘er ook bij was’. Ik sta namelijk rechts naast vader Sam Volten. Ere wie ere toekomt. Toch? 

Overigens weer zo’n wonder dat een ’toevallig’ door mijn vader geschoten foto – waarvoor ‘ie wel even de Zuiderzeedijk op moest klimmen – thans de enige bestaande foto blijkt te zijn die ooit werd genomen van een uitgewoond, bouwvallig, vergeten en al lang afgebroken huisje in Andijk alwaar een van Nederlands beroemdste kunstenaars André Volten opgroeide.

1998: prins Claus, André Volten, zijn tweede vrouw Sophie en koningin Beatrix (foto internet: tolhuis- tuin.mediamatic.nl)