De Kaasfabriek op Buurtje

bron: jaarboek 2008
auteur: Dick Spijker

In december 2007 werd de boerderij op Buurtje nr. 2, waar van 1907 tot 1919 een kaas- fabriek was gevestigd en laatstelijk smederij De Graaf, gesloopt. Hiermee is een stukje van ons locale agrarisch erfgoed verdwenen.

De boeren verwerkten eeuwenlang zelf hun melk op de boerderij, maar door de toene- mende welvaart in de tweede helft van de 19e eeuw en de grote vraag naar fabrieksarbeiders in de steden werd het steeds moeilijker om de nodige hulp te krijgen. Ook de boerin, wiens taak het was om de kaas te maken, had steeds minder tijd om tweemaal daags kaas te maken.

Daarom ging men ertoe over om alleen ’s morgens nog kaas te maken; de zogeheten dagkaas, die bereid werd uit de volle ochtenden de afgeroomde avondmelk. Deze zo ver- kregen dagkaas was geen volvette Edammer meer en van de room afgeschept van de avondmelk maakte men nu boter. Omstreeks 1850 was men in Amerika en Canada begon- nen met het fabrieksmatig maken van kaas en in 1883 werd de eerste Noord-Hollandse kaasfabriek in ’t Zand in gebruik genomen, spoedig volgden er velen en in 1914 telde Noord-Holland 136 kaasfabriekjes. Het leverde de boer en boerin een behoorlijke arbeidsbesparing op. Op 27 december 1906 richtten vijf veehouders, te weten: de broers Klaas en Willem Tensen Dz., Willem en Jan Jonker Jbz. van Buurtje en Jan Groot Rz. van Munnikay, een verzoek aan de Gemeente om een kaasfabriek te mogen bouwen. Willem Jonker werd gekozen tot directeur en Jan Groot tot secretarisboekhouder. Eind januari 1907 werd begonnen met het boren van een welput. De kaasfabriek werd ontworpen door Reijer Klaas Koppen uit West-Graftdijk en voorzien van o.a. een kantoor, woongedeelte, machinekamer, stal voor de ketten en koelkelder. Deze architect heeft in Noord-Holland ongeveer 10 kaasfabrieken in de vorm van een stolpboerderij gebouwd. De achterliggende gedachte was, dat als de kaasfabriek om welke reden dan ook werd beëindigd, men er eenvoudig een boerenbedrijf van kon maken. De aanbesteding was op 8 februari 1907 en 18 aannemers schreven in, waaronder negen Andijker ondernemers. Dit waren: K. Weel, Jb. Visser, M. 

Beemster, N. Nierop, Jb. Beemster, T. de Vries, R. de Boer, P. Stap en Jb. Ellerbroek was de laagste inschrijver met F 7597,00. Voor het schilderwerk werd door vijf Andijkers ingeschreven; G. Vlaar, Jb. de Haas, C. v. d. Leek, P. Burger en D. Zwiep was met F 274,00 de laagste inschrijver. Er werd een vuilwaterafvoer gemaakt op de dijkgracht en ook het privaat stond boven sloot. De meeste boeren van Andijk-West sloten zich aan bij deze coöperatie. De melkbussen werden opgehaald met een kettenkar. Als kaasmaker werd aangesteld D. Bakker en volgens overlevering werd voor hem het eerste huis op de Bakkerstraat gebouwd. 

In deze jaren werd de techniek van de zuivelbereiding steeds verbeterd en kleine fabrieken konden de nieuwe technieken vanwege de hoge kosten niet altijd in de praktijk brengen. Dit is mogelijk één van de reden geweest dat de fabriek in 1919 gesloten werd. Ook zal de plicht, die de boeren werd opgelegd in 1914- 1918, om een deel van hun land te scheuren en daarmee beschikbaar te maken voor het verbouwen van voedsel, meegespeeld hebben en veel land blijft na de oorlog zwart en enkele boeren maken dan de overstap van veeteelt naar de tuinderij. Ook op Andijk-Oost is in 1907 een kaasfabriek opgericht en deze was gevestigd in het pand Kerkepad 30, hoek Kerkepad / Knokkel. Hoelang deze kaasfabriek heeft gedraaid is niet bekend. 

Op 25 december 1907 verscheen deze advertentie in de Enkhuizer Courant. In de 20er van de vorige eeuw jaren is Auke van Zanten op de Knokkel een melkfabriekje gestart met de naam “De Goede Verwachting” en deze heeft zo’n 40 jaar gedraaid. De kaasfabrieken waren geen lang leven beschoren. Echter sinds enkele jaren wordt er weer kaas gemaakt op Andijk. Op de Driehuizerweg maken Nico en Irma Verduin nu schapenkaas.

Bronnen: Paradijs der Runderen. Jaarboeken Westfries Genootschap. Westfries Archief Hoorn.