Mishandeling en vernieling 1670
De pachter van het water in Het Grootslag en zijn vrouw woonden op buurtschap Munnikij te Andijk. In oktober 1670 kregen zij vier mannen over de vloer. Een van hen was zojuist teruggekeerd uit Oost-Indië. De gasten aten veel en dronken nog meer. Onder invloed van drank liep het vervolgens uit de hand, in het huis van de pachter en zijn vrouw.
Op 23 oktober 1670 verschenen voor de notaris van Grootebroek: Cornelis Pieters Backer, pachter van de ‘wateringe’ van polder Het Grootslag en zijn vrouw Lijsbet Jans. Cornelis en Lijsbet woonden op de Munnikij in Andijk. Zij vertelden de notaris dat op 21 oktober er vier mannen hen in hun huis bezochten. Helaas vertelden Cornelis en Lijsbet niet waarom deze mannen langs kwamen en bleven eten en drinken. Misschien hadden Cornelis en Lijsbet wel een soort herberg.
Nadat de buik gevuld en de drank op was vielen de mannen Lijsbet aan. Ze scheurden de kleding van haar lijf en zetten “de duijm op de keel als of ze haar wilden smoren”. Lijsbet “krijsende ende kermende om help roepende tot haar man”. Cornelis was snel ter plaatse. Maar de onverlaten wierpen ook hem op de vloer en trokken zijn kleren van het lijf. Daarna haalden de mannen de kinderen uit de bedstede. Het bed en de peulkussens werden “langs de vloer en ’t peul buijten de deur geworpen”. Daarna vernielden ze de ruiten en smeten ze een vat met bier naar buiten. Vervolgens bedreigde een van de mannen Lijsbet met een “roer” (een musket) met de dood. Daarna vertrokken de mannen.
Twee buurtgenoten bevestigden het verhaal. Lijsbet had hen tijdens de aanval gehaald “omme haar te assisteren ende bijstant te doen”. Helaas vertellen Cornelis en Lijsbet in de akte niets over de aanleiding voor de mishandeling. Een andere akte geeft een mogelijke verklaring. Deze akte werd op dezelfde dag opgesteld als de eerste akte. Dit keer getuigen wederom Cornelis Pieters Backer, Trijn Pieters en Wab Pieters. Allen woonden op de Munnikij in Andijk. Ze getuigen dat de vier mannen die de vernielingen hadden aangericht, diezelfde dag op vogels hadden geschoten. De dag erna hadden ze een eend geschoten waarna ze op weg naar huis gingen. Had dit wellicht iets te maken met de vernielingen? Wie weet had Cornelis als pachter van het water de mannen verboden om de vogels te schieten en moesten hij en zijn vrouw dat bezuren.
Auteur: Jaap L. v.d. Gruiter
Bronnen: Jaarboek 2022 en Westfries archief, Oud-Notarieel Archief